Billy Joel verkoopt zijn huis (maar niet voor gratis)

Het landgoed waar hij ooit, als arme jongen, alleen maar van kon dromen, gaat nu toch in de verkoop.

Billy Joel groeide op als gewone jongen in Hicksville, een kleine stad op Long Island in de staat New York. De Joels hadden het thuis niet breed, om niet te zeggen dat het armoe troef was. Billy groeide op zonder televisie, maar met een hoop dromen.

Hij werkte voor een hongerloontje aan boord van een oesterboot, dobberend voor de kust van Long Island. Vanuit zo’n bootje keek hij uit op de gigantische woningen aan de rijkeluiskust en dacht: dit is niet voor mij weggelegd. Specifiek een huis trok echter zijn aandacht. En dat huis aan 500 Center Island Road, daar is Billy Joel, inmiddels miljonair, de eigenaar van.

Het is zo’n verhaal dat even onwaarschijnlijk als groots is. De jonge Joel, vloekend op die rijkelui in hun villa’s, had niet kunnen vermoeden dat hij, dankzij hits als Piano Man en Uptown Girl, ooit tot dezelfde elite zou behoren. De koop van dit herenhuis was een tastbaar symbool van die ironie. Hij noemde zijn landgoed Middle Sea Estate, een verwijzing naar de eerste noot (middle C) die je leert op pianoles.

Nu, op zijn 75e, heeft hij besloten dat het tijd is om zijn landgoed te verkopen. Zijn vraagprijs is niet mals: 49,9 miljoen dollar. Het huis stond vorig jaar al te koop, maar in de tussentijd heeft Joel wat renovatie-werkzaamheden laten uitvoeren (en de vraagprijs met negen ton verhoogd).

Geïnteresseerd? Hier vind je alle details van het huis.

Het huis is in al zijn grootsheid een soort Great Gatsby-achtige droom: 26 hectare aan land, met drie zwembaden, een bowlingbaan en, zoals het een rockster betaamt, een helikopter-platform. Bij het huis horen ook nog een strandhuis en twee gastenverblijven. Het totale aantal slaapkamers bedraagt achttien (met zestien badkamers). En hoewel hij nog meer vastgoed bezit, vooral in Florida waar zijn jonge dochters naar school gaan, valt er iets te zeggen voor de emotionele waarde van deze plek.

Dat huis op Centre Island is immers niet zomaar een pand. Het heeft geschiedenis, met blauwdrukken die dateren uit 1913 en oorspronkelijk behoorde tot de spoorwegmagnaat George Bullock. Billy Joel heeft het landgoed stukje bij beetje teruggebracht naar zijn oorspronkelijke grandeur.

Maar die grandeur kost wat. Met een jaarlijkse belastingafdracht van meer dan een half miljoen dollar, is het, zelfs voor een man met Joel’s financiële status, een flinke kluif. Hoewel hij van deze plek houdt, erkent hij dat het tijd is om verder te gaan. Toch, zo zegt hij, als de sleutels straks worden overgedragen, blijft er een vleugje spijt hangen. Dit landgoed, dat zoveel van zijn jongensdromen symboliseert, is nu een stukje verleden.