Bong Joon Ho over sci-fi in het Trump-tijdperk (interview)

Hoe volg je de hit en Oscarwinnaar Parasite op? Voor de Zuid-Koreaanse Bong Joon Ho is dat een science-fiction satire in het Trump-tijdperk.

“Het is niet zo dat ik zes jaar lang werkloos thuis heb gezeten,” vertelt Bong Joon Ho ons via Zoom in een New Yorkse hotelkamer. “Ik heb gewerkt aan Mickey 17 (nu in de bioscoop) en een animatiefilm die nog in productie is (met Werner Herzog als ster red.). Toch, ondanks het mijn achtste film is, blijft het nog altijd even spannend om te zien wat mensen ervan vinden.”

Toch voelt de verrassend nuchtere Zuid-Koreeanse regisseur verder weinig druk. Zelfs niet met een film dat tien keer het budget had van zijn laatste, Parasite. “Het verandert niets. Ik ben sinds de awards rondom Parasite altijd blijven werken, maar de Oscar heeft natuurlijk wel geholpen om het budget van Mickey 17 te verhogen en het krijgen van een ster als Robert Pattinson. Zonder Rob was deze film er niet geweest. Wat ik wel merk,” voegt hij lachend toe. “Is dat mijn uithoudingsvermogen en gestel zwakker is geworden. Ineens ben en voel je je als een filmmaker van middelbare leeftijd…”

Mickey 17 is een sci-fi-komedie met Robert Pattinson, Naomi Ackie, Toni Collette en Mark Ruffalo, is gebaseerd op Edward Ashtons roman Mickey 7 uit 2022 en speelt zich af in het jaar 2054. Veel mensen op aarde willen onze thuisplaneet te verlaten en sluiten zich aan bij een missie om de planeet Niflheim te koloniseren. Eén van hen is Mickey Barnes (Pattinson), doelloos en met schulden. Mickey is niet enorm onderlegd en nuttig voor de missie, dus kiest hij voor de baan als ‘vervangbare’. Een crewlid die gebruikt wordt voor laboratoriumtests en op de gevaarlijkste missies wordt gestuurd. Elke keer als hij sterft, kan hij eenvoudig opnieuw worden ‘geprint’, met lichaam én herseninhoud. Een prima leven, totdat hij zijn ‘duplicaat’, de 18e versie van zichzelf, die werd afgedrukt toen de 17e dood werd gewaand.

Tijdperk Trump

De ruimtemissie wordt geleid door Kenneth Marshall (Mark Ruffalo), een narcistische heerser die Trump-trekjes combineert met delen van z’n verwende personage uit Poor Things. De vergelijking wordt nog gemakkelijker als je kijkt naar Marshalls supporters, uit de kansarme klasse met rode petten en hoeden en zijn verblijf op het schip, ingericht in de stijl van Trumps Mar-a-Lago.

“Het is grappig om wereldwijd de reacties te zien op het karakter van Mark Ruffalo. Ik heb meerdere landen bezocht om de film te screenen en pers te doen. Ik merkte dat elk land zijn eigen twijfelachtige leider projecteert op het karakter van Mark. Dat zegt voor mij veel over de huidige onrustige staat van de wereld. En aangezien de geschiedenis zich altijd herhaalt, lijkt het misschien alsof ik verwijs naar iemand in het heden.”

Toch was het niet Bong’s doel om alleen voor politieke satire te gaan. Bong is geen vreemde in het science fiction genre. Hij maakte eerder al Snowpiercer over klassenstrijd en The Host over milieurampen. “Genrefilms zijn een uitgelezen kans om hedendaagse zorgen te belichten. Mickey 17 zet deze traditie voort, met het verhaal van een wegwerparbeider die dient als een spiegel voor hedendaagse arbeidsuitbuiting.”

Nieuwe technologie is opwindend voor Bong, maar tegelijkertijd ook angstig. “Ik heb de neiging om veel angst te voelen voor dingen. Dit gevoel is vaak zichtbaar in de architectuur van de film, denk aan vele trappen, smalle gangen en grote verticale ruimtes, dat geeft een bepaalde filmische energie.”

Kracht van film

De 55-jarige regisseur voelt zich dan ook het meest aangetrokken tot het concept van de menselijke maat. Ik wilde Mickey als persoon verkennen. Een arme, goedhartige maar zielige jongeman, en hoe hij zulke extreme omstandigheden zou kunnen overleven.” Voor hem is ‘onze menselijke natuur’ voor hem de kern van de film. “Mickey wordt geconfronteerd met zware omstandigheden en minachting, maar aan het einde van de film blijft hij ongebroken. Dat is de boodschap die ik wilde overbrengen en geen megalomane scifiwereld opbouwen. Ik hoop dat het een kleine troost biedt aan degenen die de film kijken. En als ik een publiek twee uur lang geboeid kan houden, zonder dat ze de neiging voelen om naar hun telefoon te grijpen, dan is het voor mij geslaagd.”

De bioscoopervaring is dan ook heilig voor hem, ondanks dat hij veel ‘YouTube-video’s kijkt en lid is van zo ongeveer elke streamingservice. “Het gaat er niet om wat goed of slecht is, maar ik denk dat theaters hun eigen waarde hebben. De spanning die je voelt op een groot scherm, de subtiele expressies van acteurs, de opwinding van het wachten op wanneer een film uitkomt, dat je ‘m met anderen op een groot scherm bekijkt en de verplichting die je aangaat – hij kan immers niet op pauze – blijft voor mij ongeëvenaard. Zie het daarom niet als een ouderwetse traditie, maar eerder als de krachtigste ervaring voor film.”