Deze hoed maakt een ruwe bolster van je

En dat allemaal dankzij de deze week overleden acteur Gene Hackman.

Gene Hackman en Popeye Doyle, dat is een onafscheidelijke combinatie. De rol van de grofgebekte, meedogenloze narcotica-agent uit The French Connection (1971) leverde Hackman niet alleen wereldfaam op, maar ook zijn eerste Oscar voor Beste Acteur. Een doorbraakrol waar hij nooit meer helemaal los van kwam, en die rol kwam nooit helemaal los van die hoed, de pork pie hoed die Popeye Doyle symboliseerde.

Voor Hackman Hollywood veroverde, had hij zijn strepen al verdiend. Hij begon in de televisiewereld met rollen in series als Route 66 en Naked City, dook in het improvisatietheater en stond op Broadway. Het was een piepkleine rol in Lilith (1964) die hem in de kijker speelde bij Warren Beatty. Beatty, destijds druk met de productie van Bonnie and Clyde (1967), zag in Hackman de perfecte Buck Barrow, Clyde’s roekeloze broer. Hackmann kreeg de rol, het leverde hem direct zijn eerste Oscar-nominatie op.

Toen regisseur William Friedkin hem vroeg voor The French Connection, had Hackman al meer dan een dozijn films op zijn naam staan, inclusief nóg een Oscar-nominatie voor I Never Sang for My Father (1970). Daarin zette hij een weduwnaar neer die worstelt met een veeleisende vader, gespeeld door Melvyn Douglas. Voor zijn intense, overweldigende rol in Mississippi Burning uit 1988 kreeg hij zijn vierde Oscar-nominatie.

Gene Hackman was wat vroeger een ruwe bolster werd genoemd, een acteur die synoniem kwam te staan voor rauw realisme en acteerwerk zonder opsmuk, zonder sterallures. Het pork pie hoedje van Popeye Doyle werd de metafoor voor dat karakter. De hoed werd een symbool die drager het karakter van de ruwe bolster gaf. Zo betaalde de hoed zijn beroemdste drager terug.