Donald Sutherland, de lange, ranke Canadese acteur, was een icoon van de tegencultuur en verkreeg zijn sterrenstatus met films als MASH, Klute, Don’t Look Now en JFK. Hij stierf donderdag in Miami na een lange ziekte. Hij was 88.
Ruim een halve eeuw lang was de Emmy- en Golden Globe-winnende acteur lastig te vangen als je naar zijn rollen kijkt. Maar iedere generatie kende hem. Van zijn hoogtijdagen in de jaren zeventig tot zijn rol in de relatief recente The Hunger Games-films en 90’s klassiekers als Backdraft en JFK.
De slungelige ster was een wonderbaarlijke acteur die vaak in drie tot vijf films per jaar te zien was. Zijn vroege karakters, zoals de versufte Pvt. Vernon Pinkley in The Dirty Dozen (1967), anti-establishment hospik Benjamin Franklin ‘Hawkeye’ Pierce in MASH (1970) en hippietankcommandant Oddball in Kelly’s Heroes (1970), waren sympathieke buitenbeentjes.
Met zijn kenmerkende diepe stem en helder blauwe ogen was Sutherland ook effectief in provocerende rollen, zoals toen hij een privédetective speelde die verliefd werd op een prostituee (zijn toenmalige partner Jane Fonda) in Alan J. Pakula’s Klute (1971). Daar hoort ook de horrorthriller Don’t Look Now (1973) bij van Nicolas Roeg.
Opmerkelijk genoeg werd Sutherland zelf nooit genomineerd voor een Oscar, hoewel de Academy of Motion Picture Arts and Sciences dit goedmaakte door hem in november 2017 een erebeeldje te geven tijdens de Governors Awards. Een compleet retrospectief is onmogelijk, daarom in ieder deze zeven Sutherland-films die je ooit gezien moet hebben.
MASH (1970)
Na een reeks kleine rollen kreeg Sutherland de kans om de hoofdrol te spelen in Robert Altmans satirische komedie die zich afspeelt tijdens de Koreaanse oorlog. Hoewel het naar verluidt geen vrolijke set was en de acteurs aanvankelijk onzeker waren over de improvisatiestijl van Altman, is het resultaat een komedieklassieker waarin de grappen zich in worstelende hopen opstapelen nadat ze half zijn gehoord of simpelweg achterloos weggegooid. Sutherland speelt Hawkeye Pierce die, samen met ‘Trapper’ John (Elliott Gould), niets anders respecteert dan chirurgische uitmuntendheid en in opstand komt tegen al het andere.
JFK (1991)
Kevin Costner is de ster van JFK, een film over het onderzoek van Jim Garrison naar de samenzwering die volgens hem achter de moord op president John F. Kennedy zat. Maar de film wordt ook absoluut gedragen door het werk van Sutherland als de enigmatische Mr. X. Films over politieke samenzweringen hebben altijd een figuur nodig die weigert zichzelf te identificeren, maar die wel een bron is van informatie over de machinaties van de overheid op hoog niveau.
Klute (1971)
Een film die qua toon en tempo de jaren zeventig ademt. Een traag mysterie met Sutherland en Jane Fonda in de hoofdrollen. Fonda speelt een callgirl die wordt gestalkt door een angstaanjagende en mysterieuze figuur, wat ertoe leidt dat ze de hulp inroept van een privédetective, gespeeld door Sutherland. De film was een bescheiden kassucces en wordt nog steeds hoog gewaardeerd als één van de beste neo-noir/psychologische thrillers uit de jaren zeventig. Al steelt Fonda uiteindelijk de show, waarvoor ze een Oscar won voor Beste Hoofdrolspeelster.
The Dirty Dozen (1967)
Sutherlands eerste oorlogsfilm was The Dirty Dozen over een eenheid van criminelen. In de film wordt een groep gevangenen gerekruteerd om een gevaarlijke missie uit te voeren waarvan de meesten waarschijnlijk niet terugkeren. Een jonge Sutherland speelt Vernon Pinkley, en ondanks zijn boze en gewelddadige karakter is het moeilijk om je tegen het einde van de film niet in te leven in Pinkley en de rest van de eenheid. De film slaagde er niet alleen in de ogenschijnlijk verschrikkelijke personages sympathiek te maken, maar het was ook een commerciële en kaskraker. Al werd het extreme geweld in 1967 als aanstootgevend beschouwd. Kijk ‘m nu en hij is naar huidige maatstaven vrij tam.
Don’t Look Now (1973)
In Nicolas Roegs meditatie over rouw speelt Sutherland de hoofdrol als vader van een jong meisje dat bij een verschrikkelijk ongeluk is verdronken. Hij gaat naar Venetië met zijn vrouw, gespeeld door Julie Christie, die geobsedeerd raakt door het idee dat hun dochter op de een of andere manier contact met hen probeert op te nemen. Het eindigt allemaal in één van de beroemdste en meest angstaanjagende climaxen in de geschiedenis van de horrorfilm. De hele reis is heerlijk fantasierijk, met een onvergetelijk Venetië.
Invasion of the Body Snatchers (1978)
De versie uit 1978 was een update van het origineel uit 1956 en deed uitstekend werk door de heersende angsten over politiek en cultuur in de jaren zeventig te vatten in 115 minuten. Matthew Bennell (Sutherland) vecht tegen een ras van buitenaardse wezens die op aarde arriveren en San Francisco overnemen. De film laat zien dat remakes daadwerkelijk iets kunnen toevoegen en niet alleen maar een cash grab hoeven te zijn.
Ordinary People (1980)
Robert Redford’s Ordinary People, winnaar van de Oscar voor Beste Film in 1980, is een familiedrama dat meeslepend en fantastisch geacteerd is. Het is één van die zeldzame films waarin het voelt alsof iedereen in de cast op de toppen van hun kunnen presteert. Van onder meer Sutherland, Mary Tyler Moore en Timothy Hutton tot Judd Hirsch. Het verhaal volgt een rijke familie waar de onopzettelijke dood van de oudste zoon de relaties tussen de verbitterde moeder, de goedaardige vader en de door schuldgevoelens geteisterde jongste zoon ernstig onder druk zet.