1. Verkeerd applaudisseren
Er bestaat zoiets als verkeerd applaudisseren, bijvoorbeeld met je handen voor je eigen gezicht of voor dat van een ander. Een heer klapt met zijn handen op borsthoogte, een tikkeltje naar de linkerzijde (links voor jezelf dus, voor de kijker rechts).
2. Champagneglas in je rechterhand
Jij draagt vanaf nu het champagneglas in je linkerhand, en wel om de eenvoudige reden dat jij als sociaal ingesteld mens de rechterhand vrij wil houden om mee te begroeten, dan wel te boxen tijdens een pandemie of een hiphopconventie, of het degen op te nemen inzake een duel.
3. Een dame voor laten gaan
Huh, wacht, een heer laat een vrouw toch altijd voor gaan? Jazeker, er is echter een uitzondering, namelijk bij draaideuren. Een gewone deur hou je open zodat de dame ongehinderd en moeiteloos de ruimte kan betreden. Bij een draaideur wil je niet dat zij onhandig moet duwen terwijl jij in haar slipstream mee naar binnen schrijdt. Om het haar zo makkelijk mogelijk te maken, breng jij de draaideur als eerste aan het draaien.
4. Plaatsnemen vanaf de rechterkant
Etentje met je schoonouders bij De Librije? Je gaat vanaf de linkerkant op je stoel zitten. Opstaan doe je vanaf de rechterkant. Dat laatste doe je uiteraard nadat je je vriendelijk hebt geëxcuseerd, bijvoorbeeld omdat je zelf even de piepers moet afgieten.
5. Wel het zout doorgeven, maar niet de peper
Zelfs als de buurvrouw alleen om het zout vraagt, dan nog geef jij zout én peper door. De term peper- en zoutstel komt niet uit de lucht vallen; dit is een onafscheidelijk paar. De buurvrouw zou namelijk ook het peper kunnen wensen, ook al spreekt ze die wens niet uit. Let wel op: doorgeven gebeurt via de rechterkant.
6. Hoesten in je rechterhand
Dat is de hand waarmee je andere mensen begroet, je zogenaamde sociale hand. De linkerhand is jouw persoonlijke hand. Daar mag je hartstochtelijk in hoesten of niezen. Die hand heeft op een avondje uit toch niet zo heel veel andere dingen te doen. Behalve: zie 2.
7. Wijzen naar een persoon
Dit leer je al van je moeder (‘Niet wijzen!’). Je mag wel naar een voorwerp wijzen, maar nooit naar een mens. Wil je toch de aandacht op iemand vestigen middels een handbeweging, gebruik dan je open hand, nooit je wijsvinger.