Voor veertien euro per minuut kun je over de openbare wegen van Emilia-Romagna in een gehuurde Lamborghini rijden. Dat prijskaartje voelt nogal fors aan op een plek waar je voor een paar euro een glas wijn van wereldklasse kunt bestellen, maar toch is de ervaring het geld waard.
Het indrukken van het gaspedaal van een supercar roept een onmiskenbaar gevoel van opwinding op. Sommige bestuurders gaan bij het accelereren zelfs juichen van opwinding.
Lamborghini, Ferrari, Maserati en het legendarische motormerk Ducati zijn slechts de bekendste namen in deze regio. De meeste fabrieken liggen binnen een uur rijden van Bologna, waardoor je een weekend kunt samenstellen van meerdere supercar-ervaringen.
De bedrijven bieden vergelijkbare ervaringen: fabriekstours, simulators, vintage exposities en winkels vol merchandise. De fabrieken zelf ogen niet bijzonder; steriele ruimtes met grijze interieurs, waar werknemers in standaard-uniformen deuren monteren, ruiten plaatsen en bouten aandraaien. Het geluid van draaiende boormachines en hamers vormt een bijna ritmische achtergrond. Wat is er te zien?
- Het beroemde Maranello-complex van Ferrari voelt aan als een themapark. Hier komen veruit de meeste mensen een kijkje nemen. Toegang tot de fabriek zelf is er echter niet: bezoekers worden per shuttle rondgeleid, terwijl een gids uitleg geeft over de anonieme gebouwen.
- Lamborghini biedt de meest complete tour, met felgekleurde wagens die tussen werkstations doorrijden op GPS-gestuurde robots. Na afloop kun je bij Bull Bar, een café tegenover de fabriek, in gesprek gaan met werknemers – best gezellig.
- Maserati onderscheidt zich met een negentig minuten durende tour, inclusief een blik in het motortestlab, waar computers extreme rij-omstandigheden simuleren.
- Van alle fabrieken is die van Ducati het kleinste, maar hier kunnen bezoekers het dichtst bij de productie komen, met dezelfde robotachtige karretjes als bij Lamborghini (beide merken vallen onder Volkswagen).
Naast fabriekstours hebben de merken ook musea, variërend van historische exposities tot glamoureuze showrooms, wat de pelgrimstocht voor liefhebbers alleen maar completer maakt. Hier wordt de techniek, de snelheid en de legende van Italiaanse supercars tastbaar.
- De musea van Ferrari (in Maranello en Modena) zijn uitmuntend, met een chronologische opbouw en een ongeëvenaarde collectie Formule 1-wagens.
- Lamborghini’s expositie wordt opgefleurd door kunstwerken van dealers wereldwijd, zoals een Azerbeidzjaans tapijt met het stierenlogo.
- Ducati’s museum focust – uiteraard – op de historie van de MotoGP, met iconische motorfietsen zoals de Siluro (1956), die op één dag 46 snelheidsrecords brak. Bezoekers mogen op sommige modellen zitten – tot groot plezier van kinderen, die gretig het geluid van oprekkende motoren imiteren.