1// Een goede gastheer zorgt ervoor dat zijn gasten in gesprek komen met elkaar. Ken daarom het werk van je gasten en hun interesses, zodat je de een aan de ander kan voorstellen. Introduceer ze, en zie daar: een gesprekje. Onttrek je op een gegeven moment hieraan, en herhaal deze stap bij de anderen.
2// Heb oog voor de wat stillere gasten. Betrek hen in gesprekken.
3// Zorg dat je zelf plezier hebt. Niets zo vervelend als een chagrijnige gastheer.
4// Je bent blij met alle cadeaus. Ja, álle. Dat ben je natuurlijk niet echt, maar elk attent gebaar dient gewaardeerd te worden door de gastheer. Een dag later schrijf je een bedank-kaartje of -mailtje waarin je laat weten hoe je het cadeau gaat gebruiken.
5// De – onvermijdelijke – dronkaard verlaat, als hij althans overlast veroorzaakt, met jouw discrete hulp het feestje. Je biedt hem een drankje aan (succes gegarandeerd) maar geeft hem dat in de keuken. Eenmaal daar geef je vriendelijk doch duidelijk aan dat hij te veel gedronken heeft, dat jij dat ook wel eens gedaan hebt er dan voor zorgde dat je snel weer naar huis ging voordat mensen zich aan je stoorden. Je raadt hem hetzelfde aan, loopt met hem mee naar de hal om hem zijn jas aan te reiken en zorgt ervoor dat hij veilig thuis komt.