Nieuwe horlogemakers staan op… in Brooklyn

In Brooklyn, waar we de oorsprong vinden van de hipster, zijn drie onafhankelijke horlogemakers opgestaan. Een groeiende industrie, maar hebben Zwitserse horloge-hubs als Le Locle en La Chaux-de-Fonds iets te vrezen?

Maak het ambachtelijk, het liefst in een kleine oplage en je hebt goud in handen in Brooklyn. Of het nu gaat om een Indian Pale Ale, gebrouwen in een ambachtelijke garenwinkel, onbetaalbare kasten van sloophout of een muts geweven van de wol van een eenzaam schaap die je maar één keer in Peru vindt.

En het liefst moet dit allemaal uit het zicht blijven van de gewone burger, want dan is het bijzondere er natuurlijk vanaf. Overdreven? Ondanks de vele parodieën op de hipsters van Brooklyn ligt dit allemaal verrassend genoeg gevaarlijk dicht bij de waarheid.

De laatste jaren zijn er een paar horlogemakers en -designers opgestaan in de New Yorks-wijk die mechanische horloges produceren van goede kwaliteit, maar met een prijs die niet boven de €1.800 komt en veelal een stuk lager. Zelfs vaak zo rond de €500. Veelal een stuk goedkoper dan vergelijkbare horloges uit Zwitserland.

Een bedreiging zijn ze niet, daar missen ze simpelweg de infrastructuur en aantallen voor. Sympathiek is het wel en ze hebben succes – van de horlogemaker die het merendeel verkoopt op de Brooklyn Flea Market tot een industrieel ontwerper die iets besloot te doen met de uurwerk-collectie van z’n grootvader. Het is weer eens iets anders dan de usual suspects

Het Witte Huis

In Park Slope zit Neil Carpenter, oorspronkelijk uit Pennsylvania, van origine industrieel ontwerper. Voeg daarbij een obsessie voor horloges en je bent klaar. “Op mijn 12e deelde mijn grootvader zijn collectie zakhorloges met mij,” vertelt Carpenter. “Ik was direct verloren aan het mechaniek. Ze tikten bijna alle 200 nog! De meesten waren Amerikaanse merken als Elgin, Waltham, Illinois en Hamilton. Het verzamelen is een familietraditie die ik wil voortzetten. Ik hoorde onlangs zelfs van mijn vader dat een aantal van grootvaders klokken in het National Watch and Clock Museum én in het Witte Huis staan!”

Carpenter Watches is volgens hem geïnspireerd op de lokale Brooklyn ‘volkstaal’. De Field Watch van Carpenter Watches is minimalistisch en is gestript van elk overbodig detail, oogt ‘oud’ en gebruikt materialen – zoals brons – die snel ‘ouder’ worden en voor een patina zorgen. Vanbinnen zit een Japans uurwerk, maar sinds kort zijn daar Zwitserse opties bijgekomen. Ze zijn er vanaf zo’n €452.

De Field Watch blijft een vaste waarde in Carpenters collectie, maar er zijn meerdere modellen. Zoals The Carpenter Gent. “Een 37mm horloge in roestvrijstaal en brons met een Zwitsers ETA 2824-2 uurwerk. Ons eerste horloge met een metalen band.”

Carpenter focust zich wat betreft de verkoop vooral op Ecommerce, omdat dit ‘winstgevender is dan de groothandel en logistiek een veel mindere nachtmerrie’. Daarnaast hebben ze een tweede winkel geopend op Manhattan, The Chelsea Shop, naast de oorspronkelijke Brooklyn Watch Shop.

Vastgoed

John Tarantino startte het merk Martenero in 2014 nadat hij tien jaar lang had gewerkt in vastgoedfinanciering. Een omgeving waar veel mannen iets moois om de pols hadden, maar Tarantino had nul kennis. “Ik wist er niets vanaf, zelfs niet waarom de één $500 kost en de ander $5.000, maar het boeide mij,” vertelt hij vanuit Sunset Park, Brooklyn. “Toen ik mijn eerste horloge had gekocht, was ik hooked. De combinatie van esthetiek, design, erfgoed en mechaniek is waanzinnig.” 

Martenero is moderner, kleurrijker en minder ‘retro’ dan Carpenter en Brooklyn Watches op deze pagina’s (vanaf €495). Het uurwerk is van Miyota, met onderdelen uit Zwitsersland. Alle assemblage, kwaliteitscontrole en het testen wordt gedaan in Brooklyn. Zelf noemt hij het een ‘modern Amerikaans merk dat updates maakt van klassieke ontwerpen, Tradition Refreshed’. Horloges die subtiel opvallen door hun design en kleurgebruik, maar nooit schreeuwerig zijn.

Tarantino: “Qua looks gaan we verder op deze weg, zoals met de Kerrison en Edgemere-lijnen. Gedetailleerd en niet bang voor wat kleur, maar wel klassiek genoeg om altijd te dragen. Waar ik nu over nadenk is een complete Swiss Made-lijn en een collectie voor vrouwen.”

Vlooienmarkt

De 58-jarige David Sokosh sluit het trio af en belichaamt horlogemaken op z’n ‘Brooklyns’ misschien nog wel het best. Vanuit zijn huis in Clinton Hill fotografeerde hij en had hij z’n eigen kunstgalerie voordat hij de gedeeltelijke overstap maakte naar horloges. Horloges met Zwitserse vintage Unitas-uurwerken uit zakhorloges (vanaf ca. €1.280). Die hij zelf verkoopt op de Brooklyn Flea Market en z’n dependance op Manhattan.

“Vanaf jongs af aan ben ik geïnteresseerd in horloges,” aldus Sokosh. “Ik keek op mijn vijfde al gebiologeerd naar het zakhorloge van mijn opa. Op mijn 20ste was ik een leerling-klokmaker, waar de specialiteit van de winkel de reparatie was van high-end horloges. Tien jaar geleden, toen ik oude klokken restaureerde en verkocht, studeerde ik bij een horlogemaker in Brooklyn om uiteindelijk hetzelfde te doen met vintage horloges. Dat monde uit in mijn eigen merk.”

Brooklyn Watches is zo klein als het maar kan zijn. Sokosh doet alles thuis in Clinton Hill en upstate in Claverack. Van de restauratie van de uurwerken tot aan de assemblage. De horloges hebben een Amerikaanse look, zeg maar tussen dressy en sportief in. Ze zijn wat oversized (van 41mm t/m 47mm), maar dat komt omdat hij werkt met Zwitserse Unitas 6497-uurwerken en 6498-uurwerken, handwinders. Hij modificeert ze ietwat zodat ze passen in een horlogekast en hetzelfde doe hij met de wijzerplaat of hij maakt een nieuwe ‘oude’.

Sokosh: “Ik maak ongeveer één horloge per week. De wachttijd is nu ongeveer drie maanden. Die zal niet korter worden, want volgend jaar wil ik meer handwerk in het ontwerp van de wijzerplaat en productie in het algemeen. Dan moet je denken aan graveerwerk en wijzerplaten van bijzondere materialen.”

Het verhaal van Sokosh is daarom nog wel het meeste ‘Brooklyn’. Sokosh ziet een vraag van het publiek en komt met een idee. “Dat uitwerken op een manier zodat je je eigen ambacht kunt gebruiken, dat is typisch Brooklyn,” vertelt hij. “Het stikt hier van de bedrijfjes die hun eigen lokale bier, augurken, meubelen en kleding maken met dezelfde drive. Ook is het idee om dingen te hergebruiken, vintage, heel erg van hier.”