Waarom Europa naar China moet kijken, niet naar de VS

Deze gigantische, hypermoderne campus laat zien welk land de toekomst in handen heeft.

Op het immense R&D-complex van Huawei, het Lianqiu Lake-campus, lijkt het alsof je een futuristische stad binnenstapt. Met 104 individueel ontworpen gebouwen, aangelegde parken, een monorail en zo’n honderd cafés en restaurants biedt het plaats aan 35.000 (!) wetenschappers en ingenieurs.

De eerste schop in de grond werd iets meer dan drie jaar geleden gezet. Het was een reactie van Huawei op de Amerikaanse pogingen om technologie-export, waaronder geavanceerde halfgeleiders, vanuit te verbieden. Huawei leed in eerste instantie zware verliezen, maar met steun van de Chinese overheid bleef het bedrijf overeind. Vorig jaar verraste het de wereld met de introductie van de Mate 60, een smartphone met geavanceerde chips die volledig in eigen huis zijn ontwikkeld. Kort daarna volgden een driedubbel opvouwbare smartphone en een eigen besturingssysteem, Hongmeng (Harmony), als alternatief voor Apple en Google.

huawei campus

Huawei’s ambitie reikt verder dan telecom. Het ontwikkelt AI-toepassingen voor elektrische en autonome voertuigen, en zelfs mijnbouwmachines die zonder menselijke tussenkomst kunnen opereren. In 2024 installeerde het bedrijf ruim honderdduizend snellaadstations voor elektrische auto’s in China. Ter vergelijking: de Amerikaanse overheid trok in 2021 7,5 miljard dollar uit voor een landelijk netwerk, maar tegen eind 2023 waren er slechts 214 operationeel.

Zo werd Zweden het succesvolste tech-land van Europa.

Terwijl de politieke aandacht nu uitgaat naar de tarievenoorlog die de Amerikaanse president Donald Trump is gestart, transformeert China zijn economie met AI. China zet in op innovatie, met een groeiend aantal R&D-centra en forse investeringen in AI wil het land zich voorgoed losmaken van de Westerse invloed, vooral de Amerikaanse. Het resultaat? Dankzij een eigen chiptechnologie verdubbelde in 2024 Huawei’s nettowinst 

Elk jaar studeren er in China 3,5 miljoen studenten af in de zogenaamde STEM-vakken (Science, Technology, Engineering en Mathematics). Universiteiten en vakscholen leiden niet alleen topingenieurs op, maar ook vakmensen zoals elektriciens en monteurs. Dit maakt het mogelijk om snel en op grote schaal nieuwe productielijnen op te zetten.

huawei campus
Foto Shanghai Municipal People’s Government

Daarnaast is de digitale infrastructuur ongeëvenaard. Dankzij gezichtsherkenning openen hotelkamers zonder sleutels en bedelaars ontvangen donaties via QR-codes. Met 550 steden die verbonden zijn door hogesnelheidstreinen, kan China binnen enkele dagen een compleet nieuwe productielijn operationeel hebben. China’s industriële kracht wordt nu versterkt door AI, waardoor productieprocessen sneller, slimmer en efficiënter dan ooit.

Wat moet de Europese Unie doen? In plaats van zich te verschansen achter tariefmuren zoals Amerika, zou de EU juist Chinese bedrijven moeten uitnodigen om hier te investeren. Door joint ventures aan te gaan, waarbij Chinese technologie wordt gecombineerd met Europese productie en arbeidskrachten, kan er een wederzijds voordelig economisch model ontstaan.

Deze aanpak vereist wel een zeker vertrouwen tussen beide landen. Zonder dit dreigen ze elkaar economisch te verzwakken in plaats van te versterken. Donald Trump zit anders in de wedstrijd, maar echte deals worden toch echt gebouwd op vertrouwen. Hoe eerder beide partijen dit inzien, hoe groter de kans dat ze samen blijven profiteren van de technologische revolutie.