In zijn show Neuk het systeem vertelt cabaretier Theo Maassen dat hij in zijn jeugd heel lang bang is geweest dat Willy en René van de Kerkhof bij hun geboorte per ongeluk waren omgewisseld. Dat René dus eigenlijk Willy was, en Willy René.
Een onterechte angst. Met persoonsnamen is het als met huisdieren; na verloop van tijd gaat het gezicht van de eigenaar er vanzelf naar staan. Vraag het aan jonge ouders. Wanneer ze een kind vernoemen, verdwijnt na een poosje de gedachte aan de vernoemde als sneeuw voor de zon. De tijd doet vervolgens de rest. Dennis Bergkamp is vernoemd naar Dennis Law. Wie weet er nog wie Dennis Law is?
Als Willy René had geheten en René Willy, had de geschiedenis geen andere loop genomen. De relaties tussen voetballende broers zijn gedoemd om op een tragische manier te eindigen. Althans, tragisch voor één van de twee.
De levensverhalen zijn vrijwel altijd identiek: het begint allemaal leuk en aardig, maar als het allemaal achter de rug is, als de afscheidswedstrijden gespeeld zijn en ze allebei voetbalanalist zijn geworden (de moderne sigarenzaak) doen, blijft er altijd eentje over als de loser
Nee de broers zelf zien dat helemaal niet zo, in dat soort termen denken ze trouwens helemaal niet, ze zijn niet alleen broers, maar ook elkaars beste vriend…, maar eentje weet: ik ben de loser.
Meestal is dat degene die in zijn jonge jaren juist gold als het grootste talent van de twee. Gerrie Mühren was een groter talent dan zijn broer Arnold, maar Arnold werd in 1988 Europees kampioen met het Nederlands elftal; Rob Witschge werd afgedankt door FC Utrecht, terwijl zijn jongere broer Richard nog in het eerste elftal van Ajax speelde, nadat hij daarvoor enkele seizoenen voor FC Barcelona was uitgekomen. Moeten we het nog over Wim en Jaap Jonk hebben?
Willy van de Kerkhof won in 1988 aan het eind van een prachtige loopbaan de Europa Cup voor landskampioenen met PSV. Hij kon tevreden terugkijken op 63 interlandwedstrijden met het Nederlands elftal.
Broer René (47 interlands) was op dat moment al gestopt. In 1983 was hij vertrokken uit Eindhoven. Hij had in de loop der jaren al contact gehad met gerenommeerde buitenlandse clubs als Anderlecht, Real Madrid en Lazio Roma, logisch dus dat hij vervolgens koos voor Apollon Athene.
Het laatste wat we in actief verband van René vernamen, was dat hij bij Seiko in Hong Kong voetbalde. De enige beelden die we in Nederland ooit te zien kregen, waren van een massale kloppartij op het veld.
Wat begon met enig onschuldig duw- en trekwerk na een overtreding escaleerde volledig nadat René van links het beeld in was komen rennen om zich met het rechterbeen vooruit (hij was altijd al beter met rechts) in het kluitje spelers te boren. Het eindigde met een achtervolging in de stijl van Benny Hill, waarbij René van de Kerkhof, voormalig speler van twee WK-finales, werd achtervolgd door elf woedende tegenstanders.
Ze kregen hem niet te pakken, want die snelheid die we uit vroeger jaren zo goed van hem kenden, bleek hij op dat moment nog moeiteloos te kunnen aanspreken. (‘Ik presteer het beste onder druk,’ zei hij ooit in een interview).
Willy begon na zijn voetbalcarrière een adviesbureau ‘in relatiemarketing en sponsoring’. Willy van de Kerkhof & Partners heette het. René is niet één van die Partners. Hij rommelde jaren in de zakelijke marge en bedacht in 1998 ook iets. Er kon wel ‘ns een aardig centje te verdienen zijn aan de handel in kaarten voor het Wereldkampioenschap voetbal in Frankrijk.
René ging in zee met enkele bedrijven die voor honderdduizenden guldens toegangsbewijzen, vliegtickets en hotelreserveringen bij hem bestelden. René kocht alles in, betaalde de rekeningen vooruit, maar ontving uiteindelijk geen enkel kaartje. Dus daar kwamen de schadeclaims.
Eén daarvan kwam op briefpapier van Willy van de Kerkhof & Partners, dat zeshonderd kaarten bij René had besteld. “Ik kan mijn toko wel sluiten als ik een schadeclaim van een half miljoen aan mijn broek krijg,” zei René in de Volkskrant. Maar Willy was niet te vermurwen. Een koningsdrama in Helmond.
Erwin Koeman pingelde als klein ventje heel Groningen en omgeving het bos in, brak als eerste door in de eredivisie en won ook als eerste een Europa Cup (zij het een minder grote dan die van zijn broer). Als je nu, al die jaren later, waar ook ter wereld mensen vraagt of ze een voetballer kennen die Koeman heet, roepen ze allemaal: ‘Ronald!’
Erwin Koeman was als trainer actief bij veel clubs, van RKC tot FC Utrecht, en van FC Eindhoven tot Beitar Jeruzalem. Hij was zelfs nog even coach van Feyenoord. Maar meestentijds was hij de assistent van zijn broer; bij Southampton, bij Everton en sinds vorig jaar bij het Nederlands Elftal. Bij de Koemannen is de hiërarchie geformaliseerd. Erwin heeft zich daar bij neergelegd.