Misschien is dit wel de key ingredient voor een goede flirt: dat je je zelf inhoudt. Als iemand op straat iets aardigs tegen je zegt, of je een stralende blik toewerpt, is het verleidelijk om haar van de fiets te trekken, op de grond te duwen en bovenop haar te springen, maar de kunst van de flirt is nu juist om dat niet te doen. Het moet subtiel blijven, en heel belangrijk: de vrouw moet ervan op aan kunnen dat de grenzen van de speelruimte worden gerespecteerd.
Het probleem met Nederlandse vrouwen is dat zij het spel weer té subtiel spelen, als ze het spel überhaupt al willen spelen. Dames! Een glimlach voor het stoplicht die bestaat uit één verschoven rimpel, is geen flirten. Doe eens iets! Sla die ogen eens verlegen neer! Gooi dat lange haar eens ostentatief naar achter! Durf eens als eerste iets geestigs te zeggen, als een man al overduidelijke toenaderingspogingen heeft ondernomen!
Een glimlach die bestaat uit één verschoven rimpel, is geen flirten. Doe eens iets!
Natuurlijk is het heel independent om gewoon door te lopen, fietsen, bellen, what have you, en de flirtende man in zijn hemd te laten staan, en hiermee de indruk te wekken dat je helemaal geen flirtages nodig hebt omdat je allang bent voorzien en al door de hele wereld wordt verafgood. Maar laat mij dit zeggen: er kunnen nooit genoeg flirtages zijn. Het leven bestaat voor tachtig procent uit voorspelbare opeenvolgingen van bloedeloze activiteiten. Een flirt kan de dag zoveel opwindender maken. Een beetje spelen op straat, in de winkel, op de werkvloer (hoewel: oppassen!); dat is het zout in de pap.
Toen ik mijn klaagzang over het gebrekkige flirttalent van de gemiddelde Nederlandse – vergeleken met, zeg, de gemiddelde New Yorkse of Parijse – voorlegde aan mijn wettige echtgenote, zei ze: ‘Vin’je ’t gek? Jullie mannen kunnen er ook niks van.’ Ze bracht in herinnering hoe ik haar had versierd, met mijn voet, in een hotel in San Fransisco. Dat getuigde inderdaad niet van een grote poëtische schoonheid. Aan de andere kant: we hebben óók samen op het strand naar de sterren liggen kijken zonder noemenswaardig fysiek gedoe.
Een keer, vertelt mijn vrouw, had ze in een winkel iets gezegd tegen een jongen. Die kwam even later meteen om haar telefoonnummer zeuren. Fout! Enfin, dat was in Rotterdam.
Zonder humor geen flirt. Het zit ’m in de knipoog
Ik kan het niet vaak genoeg zeggen: flirten is niet, of niet in de eerste plaats, bedoeld om elkaar het bed in te kletsen. De Fransen definiëren de flirt aldus: faire la court sans but précis, de ander het hof maken zonder duidelijk doel. Ik zou daar nog aan toe willen voegen: met humor. Nu is humor notoir subjectief; wat de een grappig vindt is voor de ander hemeltergend, maar zonder humor geen flirt. Het zit ’m in de knipoog.
In Brazilië schijnt een vrouw niet over straat te kunnen zonder dat mannen haar naroepen: ‘Als ik jou te pakken krijg maak ik je zwanger.’ Dat is een verbale verkachting. Uiteraard zijn Braziliaanse vrouwen daar niet van gediend. Omgekeerd bekloeg Edith Cresson, de voormalige premier van Frankrijk, zich jaren geleden erover dat, toen zij een bezoek bracht aan Londen, werklui niet floten of toespelingen maakten als zij langsliep. Waren ze misschien gay?
Flirten is het kietelen van de geest. Maar Nederlandse vrouwen moeten wel gekieteld durven worden. En belangrijker: zelf kietelen. Al moeten wij mannen daar zelf ook ons best op doen natuurlijk.