In de eerste scènes van Three Days of the Condor, de klassieker uit 1975, is Joe Turner (rol van Robert Redford) nog een boekenwurm die op een kantoor werkt. Gedurende de film ontpopt hij zich als actieheld. Die metamorfose wordt onderstreept door de ravissante dame (Faye Dunaway) die hij onderweg oppikt én de jas die hij aantrekt: een zwarte peacoat.
De kraag van die peacoat wordt door Joe Turner omhoog geklapt. Als hij ook nog een pilotenbril op zet, is de gedaanteverwisseling compleet: de ambtenaar is een superspion geworden.
De peacoat dankt zijn naam aan het Nederlands, of eigenlijk aan het West-Fries: pij-jekker of pij-jakker. Met pij werd de grove wol bedoeld waarvan de jassen waren gefabriceerd.
Al begin negentiende eeuw werden de jassen gedragen door Nederlandse zeebonken. De Engelse marine pikte de duurzame jas op als onderdeel van het uniform; de Amerikaanse marine deed hetzelfde.
Peacots herken je aan de korte lengte en de brede revers, altijd double breasted. De knopen zijn fors, stoer. Tegenwoordig kom je soms pencoats tegen met een capuchon. Het is een affront voor je silhouet, maar goed, het houdt je bolletje wel warm.
Tipje
Hang een natte jas nooit in de kast, anders lijkt het de volgende dag of je een natte hond meezeult.