Op trofeeën jagen doe je doorgaans niet voor de trofeeën. Dat was vroeger al niet zo, toen de oude Grieken na een gewonnen veldslag buitgemaakte helmen, speren en zwaarden rond een paal drapeerden en daar het woord tropaion voor bedachten.
Het is tegenwoordig niet anders. Je wilt Wimbledon winnen om Wimbledon te winnen, niet per se omdat je daar een beker (bij de heren) of een schaal (bij de dames) voor krijgt. Zo joeg Leo Beenhakker zijn leven lang met overgave op een Europa Cup 1 bokaal die hij óók geringschattend ‘de beker met grote oren’ noemde (een vondst die vaak aan hem wordt toegeschreven overigens, maar al in 1971 opdook in De Telegraaf).
Het wordt de gemiddelde trofeeënjager dan ook niet makkelijk gemaakt. Neem de beker die ‘Omroepman het Jaar’ André van Duin onlangs ten deel viel. Elke amateurvoetballer herkent het ontwerp. In de sportwereld lijken ze er zelfs een sport van te maken. Tussen de lelijke en nóg lelijkere bokalen, is er de buitencategorie van trofeeën in de Formule 1. Lewis Hamilton, die genoeg bewijsmateriaal verzamelde in zijn carrière, heeft zich er ooit publiekelijk over beklaagd. De reden? Bij een F1 Grand Prix mag de plaatselijke sponsor zich met het ontwerp bemoeien. En de autosport loopt sowieso niet over van de subtiele manier esthetiek.
Daarom zijn wij zo’n fan van Vince Lombardi Trophy, de trofee die het juweliershuis Tiffany & Co. (al voor de 55ste keer!) voor de Super Bowl heeft ontworpen en gemaakt.
De Los Angeles Rams zijn de winnaars van de afgelopen nacht gespeelde Super Bowl. Hun trofee, de Vince Lombardy Trophy (vernoemd naar de Green Bay Packers coach die zijn team bij de eerste twee Super Bowls in 1966 and 1967 naar de overwinning leidde) vergt ieder jaar vier maanden handwerk van de zilversmid. En verrek, dat zie je er aan af.