1. E-mail of email?
Email is het dunne beschermlaagje van gesmolten glas dat wordt aangebracht op metalen of keramische voorwerpen. Je spreekt het uit als e-mal-je (de spelling emaille is minder goed dan email).
E-mail daarentegen is de electronische post die je verstuurt via de digitale snelweg. Dat spreek je uit als ie-meel.
2. Cijfer of getal?
Een cijfer is een enkelvoudig symbool, net als bijvoorbeeld een letter. Het kan ook een waardering uitdrukken voor een prestatie. Je kunt een 8 krijgen voor een proefwerk, bijvoorbeeld omdat je goed geleerd hebt, of een 2 omdat je hond het huiswerk had opgegeten. Het woord cijfer komt van het Arabische sifr, dat letterlijk ‘niets’ betekent.
Het verschil tussen cijfer en getal: een getal is een abstracte weergave van een hoeveelheid. Een getal is dus samengesteld uit een of meer cijfers. Een getal bestaat altijd uit cijfers, maar cijfers bestaan niet altijd uit een getal.
3. Beslissen of besluiten?
Beslissen is het doorhakken van een knoop, besluiten is het na zorgvuldige overweging kiezen uit een aantal alternatieven. “Ik heb er nog een nachtje over geslapen, maar ik denk toch dat het beter is om met je zus te trouwen.” De beslissing is dan dus al genomen.
(Overigens heeft besluiten nog een betekenis, namelijk afsluiten: “De avond werd besloten met een proost op de jarige.”)
4. Bokser of boxer?
Een bokser is iemand die bokst, voor zijn plezier of voor geld. Een boxer is een hondenras. Daar kun je ook mee boksen, maar dat raden we af.
Met de term boxer kan ook een onderbroek met pijpjes worden bedoeld, al spreken we in dat geval meestal van een boxershort. Boksers kunnen dus een boxer dragen en die tegelijkertijd uitlaten.
5. Ergeren of irriteren?
Je kunt zelf iemand ergeren of iemand (of iets) kan jou ergeren. In het eerste geval veroorzaak je bij een ander gevoelens van onvrede. Je ergert hem of haar. In het tweede geval ervaar je zelf gevoelens van onvrede; jij ergert je aan hem. Of aan haar, in het geval van je schoonmoeder.
Bij irriteren wordt je op onaangename wijze geprikkeld. Dat komt dicht in de buurt van ergeren, maar het verschil zit ’em hierin: beide werkwoorden zijn overgankelijk (en hebben dus een lijdend voorwerp in de zin nodig), maar alleen ‘ergeren’ kan wederkerend worden gebruikt. Dus “ik erger me” is goed. Maar “ik irriteer me” is fout.
‘Ik bespeur een kaboutertendens. Mijn vriendenkring wordt letterlijk steeds kleiner’
6. Efficiënte of effectiviteit?
Efficiëntie gaat over het maximaliseren van output met minimale input. Met andere woorden: zonder al te veel inspanning en kosten bereik je een bepaald doel.
Effectiviteit daarentegen gaat over het bereiken van de gewenste resultaten, ongeacht hoeveel middelen er worden gebruikt. Voorbeeld: Een effectieve marketingcampagne leidt tot een toename van de verkoop.
Voor een optimaal resultaat streef je dus idealiter naar zowel efficiëntie als effectiviteit om optimale resultaten te behalen.
Boksers kunnen dus een boxer dragen en die tegelijkertijd uitlaten
7. Gehad of gekregen?
Het zijn beide voltooid deelwoorden. Gehad is het voltooid deelwoord van ‘hebben’; gekregen is het voltooid deelwoord van ‘krijgen’. Als jij zegt dat je bijvoorbeeld een kadootje gehad hebt, impliceer je dat je dat kadootje niet meer in bezit hebt. Daarom kun je beter ‘gekregen’ gebruiken. Dan weet je zeker dat er niet iemand bijdehand gaat doen (“Oh, heb je het niet meer dan?”).
Deze en nog 142 andere verwarrende woorden uit de Nederlandse taal vind je in het hoogst vermakelijke en dus ook zeer educatieve 149 Verwarwoorden die je nooit meer vergeet van de hand van Jan Dijkgraaf, uitgegeven door Bertram + De Leeuw – € 12,50