De communie is een voornaam onderdeel van de mis in de Katholieke Kerk. De priester drinkt dan uit de kelk een druppeltje wijn en de gelovigen ontvangen een heerlijke hostie terwijl de priester de woorden “Het lichaam van Christus” uitspreekt, omdat het idee bestaat dat Jezus na de consecratie aanwezig is in de gedaante van brood en wijn.
Nu was Pasen vroeger een belangrijk moment in de Katholieke kerk omdat dan in ieder geval iedereen ter communie ging – dat schoot er andere keren nog wel eens bij in. De paasmis was zelfs verplicht, net als de paascommunie.
Een eitje hoort erbij tijdens Pasen, maar ken je de eiwitbom?
Voordat de gelovige ter communie ging, diende hij te biechten om geschoond van zonden de hostie te kunnen ontvangen. Behalve innerlijk, werd ook het uiterlijk opgeschoond; men kleedde zich in het nieuw.
(Niet toevallig was Pasen ook het moment voor de grote voorjaarsschoonmaak. Vrouwen namen het hele huis eens goed onder handen, de gordijnen werden gewassen, de vloerkleden uitgehangen, het meubilair gelucht en de kasten werden in de boenwas gezet.)
Tijdens Pasen gingen mensen dus op hun best ter kerke: Paasbest. De ontkerkelijking heeft die term niet van betekenis ontdaan, hij wordt nog altijd gehanteerd, zelfs op andere dagen dan Pasen. Go paasbest!