1. Verstandskies
Deze term heeft helemaal niets met je verstand te maken. Als je de term opdeelt in lettergrepen, begrijp je waar het woord vandaan komt: ver-stands-kies. Je verstandskies is namelijk een kies die ver weg staat. Verstand heeft in verstandskies niets te maken met het vermogen om te kunnen denken, maar met de verre stand van je kies.
2. Slachtoffer
Als je de zelfstandige naamwoorden neemt van de werkwoorden slachten en offeren, en die aan elkaar lijmt, krijg je slachtoffer. Duidelijk toch?
3. Toetje
Al vanaf de Middeleeuwen hadden wij in Nederland de gewoonte om na de warme maaltijd een bordje pap te eten. De groeiende welvaart leidde in de jaren zestig van de vorige eeuw tot een grotere keus, onder meer in de combinatie van yoghurt en fruit. Dankzij aanstekelijke reclamecampagnes werd Mona de koning van het toetje, de term die het zuivelmerk zelf in het begin van de jaren zeventig bedacht als afgeleide van ‘iets toe’.
4. Nieuwsgierig
Iemand die gierig is, doch niet inzake geld maar nieuws, die is nieuwsgierig. Zo iemand consumeert het nieuws dus gretig, zou je kunnen zeggen.
5. Horeca
Dit is waarschijnlijk de mooiste term van deze lijst. Neemt de eerste twee letters van de woorden hotel, restaurant en café en je krijgt…, inderdaad: horeca. En als je voor die horeca een vakbeurs organiseert in de Amsterdamse RAI, noem je die uiteraard Horecava.
6. Beschuit
We gebruiken in Nederland de term biscuit voor de droge koekjes die zo lekker weg eten. Maar dat doen we pas sinds de vorige eeuw. Daarvoor betekende het beschuit. Biscuit staat in het Frans voor iets wat tweemaal gebakken is. Dat gebeurde in vroeger eeuwen vaak, zodat mensen wat langer van het deeg konden genieten.
7. Eigenwijs
Iemand die zijn eigen wijs fluit, is iemand die het op zijn eigen wijze doet. Zo iemand noemen we eigenwijs, al zou je het ook authentiek kunnen noemen.
8. Oké
Oké komt van het Engelse okay, dat wist je waarschijnlijk wel. Maar wist je ook dat het Engelse okay is afgeleid van het Franse Au quai? In de door Fransen gestichte stad New Orleans (La Nouvelle-Orléans) werd de lading van Franse schepen op de kade gezet met de uitspraak “Au quai!”. Engelstaligen namen het woord over, waarna okay een uitdrukking van instemming werd.
9. Toedeloe
Deze vrolijke term komt ook uit het Engels; het is het fonetische equivalent van to the loo. Dat moet je niet letterlijk nemen (naar het toilet), maar figuurlijk: ik ben er even tussenuit.
10. Alarm
En deze term komt dan weer uit het Frans. A l’arme betekent: Te wapen! Er is kortom alle aanleiding om alert te zijn, want er dreigt gevaar.
11. Taptoe
Als je vervolgens in een horecagelegenheid bent zoals een restaurant of café, is er altijd het moment dat de tap toegaat. Er wordt niet meer getapt, de tap is toe, het is kortom tijd om af te sluiten.
12. Begrijpen
Hier is het werkwoord grijpen cruciaal. Wanneer je met je gezonde verstand iets – in figuurlijke zin – vastgrijpt, dan heb je het als het ware onder controle. Je begrijpt het.