Het ontwerpen van een auto heeft iets van boetseren, maar soms heeft het ook iets architectonisch. Als ik naar het lijnenspel van mijn Peugeot 408 kijk (wat ik regelmatig doe, vooral als-ie net de wekelijkse wasbeurt heeft gekregen), meen ik daar toch iets van een bouwtechnische gedachte in te zien.
Laatst reed ik naar Rotterdam om de architectuur aldaar te toetsen. Is er een stad in Nederland met meer architectonische allure dan de Maasstad? De vernietiging van de Rotterdamse binnenstad in 1940 heeft een bonanza aan bouwstijlen opgeleverd.
Er is wederopbouwarchitectuur (zoals Het Industriegebouw), de Van Nelle Fabriek voor de liefhebbers van het Nieuwe Bouwen, en er zijn wolkenkrabbers zoals de Maastoren en De Rotterdam. En daar tussen vind je nog een enkel monument als het Stadhuis, gebouwd in de zogenaamde Beaux Artsstijl.
Waar ik achterkwam tijdens mijn bezoek: Rotterdam was al voor de oorlog vooruitstrevend. De Van Nelle Fabriek en het Huis Sonneveld bestonden al voor het bombardement. Op het terrein van de woningbouw speelde Rotterdam een voortrekkersrol. Stadsarchitect J.J.P. Oud haalde bij de Bauhaus-beweging de inspiratie voor zijn woningbouwprojecten in Spangen, het Witte Dorp en de Kiefhoek.
Op de Kop van Zuid ging ik – uiteraard – langs bij Hotel New York. Hier vertrokken vanaf eind negentiende eeuw HAL-stoomschepen zoals de ss Rotterdam naar Amerika.
Hotel New York wordt inmiddels omzoomd door gigantische woontorens, onder meer door De Rotterdam, de door Rem Koolhaas ontworpen wolkenkrabber die is vernoemd naar het stoomschip. Maar het voormalige kantoor van de Holland Amerika Lijn blijft moeiteloos overeind tussen al die hoge nieuwbouw. Omdat het historie heeft, en de ausdauer van allure.