Als fashion director van het legendarische modemagazine Avenue maakte hij spraakmakende modereportages. Die functie bekleedde hij daarna ook nog voor The New York Times Magazine en de Duitse Vogue. Als fashion director van deze titels drukte hij in die jaren stevig zijn stempel op het modebeeld.
Samen met Cora Kemperman en Antoine Kneepkens richtte hij in de jaren zeventig ook het modemerk Mac & Maggie op en werkte hij voor ontwerpers als Fong Leng en de Italiaanse Romeo Gigli. Je kunt Frans Ankoné (1948) met recht een modegoeroe noemen, al is dat een term die hij zelf nooit zou bezigen. Modeliefhebber, dat wel.
“ik deinsde er niet voor terug om mijn nek uit te steken en volledig opnieuw te beginnen”
De bescheiden Ankoné vindt zichzelf niet zó veel beter dan de mensen om hem heen, toen hij zijn eerste stappen in de wereld van de mode zette. “Wellicht had ik wat meer doorzettingsvermogen. En tevens deinsde ik er niet voor terug om mijn mening te geven, mijn nek uit te steken en ergens volledig opnieuw te beginnen. Daar heb ik nooit spijt van gehad overigens.
Peek & Cloppenburg
Mijn eerste baan was als stylist bij Peek & Cloppenburg. Omdat ik niet schuwde om mijn mening te geven, was dat soms wel wat ingewikkeld. Inkopers vonden het vaak niet plezierig dat een jochie van amper twintig kwam vertellen wat zij wel en niet moesten doen. Gelukkig had ik een goede baas die mij steunde en de mogelijkheid gaf om in te kopen. Als ik een kleine serie inkocht en deze was succesvol, dan moesten de inkopers wel toegeven dat ik gelijk had.”
Baanbrekend
Ankonés werk in de modewereld werd al snel als baanbrekend beschouwd. Dat was overigens niet zijn doel. “Ik wilde spannende reportages maken, maar dacht niet: laten we iets doen waar iedereen het over gaat hebben.” Doel of niet, de reportages die Ankoné voor bijvoorbeeld Avenue maakte, werden als zeer spraakmakend gelabeld en waren dat ook. “In de jaren zeventig werd bijna alles in de studio geschoten, dat vond ik saai en oninteressant. Ik wilde op bijzondere locaties fotograferen. Dat betekende heel veel reizen, naar extreme locaties. Op ijsschotsen in Groenland schieten of op wolkenkrabbers in New York. Voor die tijd was dat revolutionair en nog nooit eerder gedaan. We zaten ook bij elke modeshow en waren overal als eerste bij. Wij waren echt zeer vernieuwend. Een heel leuke tijd.”
Grootste krant ter wereld
Dat was zijn periode bij het Milanese modehuis Romeo Gigli ook. “Een fantastische ervaring. We bedachten alles zelf en voerden alles zelf uit.” Zes jaar later vertrok Ankoné naar Amerika om aan de slag te gaan als Creative Director for Fashion and Style van The New York Times Magazine. Over die baan had hij in eerste instantie wel twijfels, omdat hij de modebijlage van The Times qua fotografie niet bijster interessant vond. Toch intrigeerde het hem. Het was een baan bij de grootste krant ter wereld, de budgetten waren enorm en hij kon werken met alle fotografen die hij maar wilde. Na dit avontuur keerde Ankoné terug naar Romeo Gigli waar hij tot 2004 werkte. Daarna keerde hij terug naar Amsterdam, en begeleidde hij onder andere talentvolle studenten van het AMFI.
Op de voet
Anno 2023 volgt Ankoné de modewereld nog steeds. “Ja absoluut, want dat zit gewoon in mijn bloed. Maar het is anno nu wel heel anders geworden. Als je alleen al ziet hoe belangrijk al die grote bedrijven zijn geworden, zoals Louis Vuitton en Kering: die hebben eigenlijk alle macht in handen. Qua ontwerpers gaat het meer om een grote naam dan iemand die heel erg gespecialiseerd is in het maken van kleren. Het is allemaal één grote soep geworden en creativiteit telt gewoon minder. Ik hoop dat daar een keerpunt in komt en dat gaat ook wel gebeuren denk ik. De jonge AMFI-studenten, die ik de laatste jaren begeleidde, wilden zo’n tien jaar geleden allemaal bij Louis Vuitton werken.” Dat is nu wel anders, weet Ankoné. “De jonge talenten willen een eigen bedrijf beginnen. Men gaat creatiever nadenken over wat ze willen maken, over hun eigen naam en dat is een goede zaak. Je eigen naam is tegenwoordig, nog meer dan ooit, je eigen brand.”
“Het is allemaal één grote soep geworden. creativiteit telt gewoon minder”
“Het is nu ook makkelijker om een eigen merk te starten dan vroeger, toen moest je absoluut eerst een fysieke winkel hebben. Nu kun je zelf een website maken en je hebt in no time een eigen webshop. Een ander groot verschil met de modewereld van toen en nu is tijd. Tijd is eigenlijk het allergrootste verschil. Alles gaat veel sneller. In plaats van twee collecties per jaar zijn het er zes, er zijn nauwelijks seizoenen. Dat gold ook voor de media. Als ik een productie deed voor een tijdschrift, dan kreeg ik de tijd. Tijd om de research te doen en ook tijd om de shoot te fotograferen. Nu moet het in een dag gebeuren, soms in een halve dag.”
Helden en voorbeelden
Toch zijn er ook veel positieve kanten in de mode, zoals de steeds groter wordende importantie van duurzaamheid. “Duurzaamheid is anno nu ook belangrijk, daar ben ik blij mee. Het is goed dat daar aandacht voor is, zonder dat het een loze kreet wordt. De jonge creatieven zijn daar erg mee bezig. Maar het moet ook niet vervallen in alleen maar oude collecties kapot knippen en het weer in elkaar zetten natuurlijk.” Zoals eerder gemeld volgt Ankoné de hedendaagse mode nog steeds op de voet. “Zelf kijk ik nog altijd graag naar Comme des Garçons, daar kijkt denk ik iedereen wel tegenop. Het merk is nog steeds super interessant. Iemand als Haider Ackermann maakt geweldige collecties. Wat Jean Paul Gaultier heeft gedaan met zijn Gaultier Couture vind ik ook fantastisch. Hij deed zelf een paar jaar geleden een stap terug en laat gastontwerpers nu zijn couturecollecties ontwerpen. Tot nu toe was elke collectie geweldig. Dat komt omdat creatieve geesten elkaars werk gaan bekijken en analyseren en zodoende versterken.
Marine Serre uit Parijs vind ik ook erg interessant en dat geldt natuurlijk ook voor Kim Jones. Ik vind dat echt een onvoorstelbaar goede ontwerper. Hedi Slimane is ook iemand die meerdere mijlpalen heeft gezet in de modegeschiedenis. Bij Céline maar ook bij Saint Laurent. Iedereen wilde pakken wel hebben en het silhouet dat hij creëerde is nog steeds hetzelfde. Bijzonder knap is dat.”