James Earl Jones’ 10 films om ‘m te begrijpen

Want de gisteren overleden acteur was meer dan Darth Vader en Mufasa.

Zijn stem was het diepe sonore basgeluid dat vanachter het masker van Darth Vader kwam in de Star Wars-films. Maar ook het vaderlijke geluid van Mufasa, koning en vader van Simba in The Lion King. Toch was de 93-jarige acteur, die op 9 september overleed, veel en veel meer.

Hij was een enorm succesvolle en meermalen onderscheiden Afro-Amerikaanse ster op het toneel en voor de camera. Een EGOT (winnaar van een Emmy, Grammy, Oscar en Tony) en hij speelde net zo gemakkelijk Shakespeare en August Wilson.

Maar hoe hij klonk was wat hem een ​​legende maakte. Die bijna bovennatuurlijke stem van wijsheid en kracht maakte indruk op decennia aan bioscoopbezoekers. Die stem was een gevolg van Jones’ klassieke opleiding en talent.

Als gerespecteerd toneelspeler bevestigde hij zijn reputatie in de jaren 60 en 70 in New York, terwijl hij zijn filmdebuut maakte met een kleine rol in Stanley Kubricks Dr. Strangelove in 1964. Hij maakte indruk in de film van Martin Ritt, The Great White Hope uit 1970, een bewerking van het toneelstuk waarmee Jones het jaar daarvoor zijn eerste Tony had gewonnen.

We tippen je deze en nog negen films die je gezien hoort te hebben om Jones’ oeuvre volledig te begrijpen. En die laatste twee, Star Wars en The Lion King, konden we natuurlijk niet weglaten.

The Great White Hope (1970)

Claudine (1974)

Star Wars (1977)

The Bingo Long Traveling All-Stars & Motor Kings (1976)

Paul Robeson (1979)

Coming to America (1988)

Field of Dreams (1989)

The Vernon Johns Story (1994)

The Lion King (1994)

Advertisement

A Family Thing (1996)