Het EK voetbal van 2024 in Duitsland is het zeventiende Europese voetbaltoernooi dat wordt georganiseerd. De voorgaande edities kenden tien verschillende winnaars: Duitsland en Spanje wonnen elk drie titels, Italië en Frankrijk twee en de Sovjet-Unie, Tsjecho-Slowakije, Nederland, Denemarken, Griekenland en Portugal zegevierden één keer. Tot op de dag van vandaag is Spanje het enige land dat opeenvolgende titels heeft gewonnen (2008 en 2012).
1976: Tsjecho-Slowakije
Het EK van 1976 werd gehouden in voormalig Joegoslavië en er deden slechts vier landen aan mee: het gastland, West-Duitsland, Tsjecho-Slowakije en EK-debutant Nederland, dat twee jaar eerder nog de WK-finale haalde. Er werden zodoende dus maar vier wedstrijden gespeeld. En extra bijzonder: alle vier de wedstrijden werden pas na verlenging beslist, op basis van strafschoppen of op basis van gescoorde doelpunten. Dit was het laatste toernooi met zo weinig deelnemers, vier jaar later werd het EK uitgebreid met acht teams. Regerend wereldkampioen West-Duitsland was favoriet, maar het waren hun Oosterburen, de Tsjecho-Slowaken, die er met de cup vandoor gingen. Het EK van 1976 is echter vooral legendarisch vanwege de manier waarop de Tsjecho-Slowaken de cup veroverden. Ene Antonín Panenka nam namelijk de beslissende penalty en zie hier de geboorte van de ‘Panenka’. Heel vaak geïmiteerd, maar nog nooit zó goed – met een perfect lullig boogje – uitgevoerd als Antonín. Sepp Maier was kansloos.
1984: Frankrijk
In 1984 organiseerde Frankrijk het EK en wonnen het toernooi ook. Les Bleus waren onverslaanbaar, mede dankzij hun Carré Magique: het geniale middenveld bestaande uit Alain Giresse, Jean Tigana, Luis Fernández en Michel Platini. Vooral de prestatie van laatstgenoemde wordt nog immers genoemd en geroemd. Als mens is hij weliswaar een zak hooi van heb ik jou daar, maar Platini scoorde in 1984 wel negen(!) doelpunten op het EK. Anno nu nog steeds het hoogste aantal ooit op een Europees eindtoernooi. Het was de eerste grote internationale titel voor de Fransen. In 1998 en 2018 volgden Wereldtitels en in 2000 in Nederland en België nog een EK-titel.
1988: Nederland
In 1988 deed Nederland pas voor de derde keer mee aan het EK voetbal, maar we weten allemaal hoe het eindigde. Met een rondvaart door de Amsterdamse grachten. Favoriet was Oranje verre van en toen werd ook nog eens de eerste poulewedstrijd verloren van die dekselse Sovjets… Gelukkig startte de half geblesseerde Marco van Basten in de wedstrijd erna, tegen Engeland, in de basis en scoorde meteen drie keer. Het hek was van de dam. Of nou ja: laten we de geluks-kopgoal van Wim Kieft tegen de Ieren niet vergeten. Onder leiding van Rijkaard, Gullit, Van Basten, een excellerende Hans van Breukelen en waterdragers als Adri van Tiggelen en Berry van Aerle, werd de eerste en tot op heden enige – lees je mee Koetje? – voetbaltrofee binnengesleept.
1992: Denemarken
Het EK van 1992 in Zweden is als een sprookje. Het land dat zich aanvankelijk niet had weten te kwalificeren mocht last minute alsnog op komen draven. En won! Vanwege de burgeroorlog in voormalig Joegoslavië werd dat land van deelname uitgesloten. De Denen, die al lang en breed op vakantie waren, niet eens een EK-selectie hadden, laat staan op trainingskamp waren geweest, mochten invallen. Aan de hand van topscorer Henrik Larsen en topkeeper Peter Schmeichel werd de titel behaald.
2004: Griekenland
Het EK van 2004 in Portugal is om meerdere redenen legendarisch: voor het eerst won Nederland een penaltyreeks (tegen Zweden) en Griekenland pakte de cup. Griekenland ja, een ‘rare’ winnaar, sorry Griekenland, maar dat is toch zo? Oh ja en daar was ook nog ‘De Wissel’ van Dick Advocaat, die Arjen Robben naar de kant haalde tegen Tsjechië. De Grieken overleefden op doelsaldo de poule om daarna favoriet Frankrijk uit te schakelen met een perfecte kopbal van ‘legend’ Angelos Charisteas, wie kent hem niet?! In de halve finale werden de Tsjechen verslagen en in de finale troffen zij het thuisland, waarvan Oranje weer eens had verloren in de halve finale… Het sprookje werd wederom beslist door een kopgoal van Charisteas. Die daarna nog een ‘glansrijke’ carrière had bij onder andere Ajax en Feyenoord.
Als bonus nog een plaatje van een huilende Cristiano Ronaldo die van een elftal Grieken verloor en zich daarna niet kon gedragen…