Hoewel de adembenemende Spectre een stap in de duurzame richting is, heeft het Britse merk zijn onnavolgbare ontwerptaal niet opgeofferd om bij de tijd te blijven.
Op het eerste gezicht realiseer je je misschien niet eens dat de Spectre een elektrische Rolls-Royce is. In tegenstelling tot de Mercedes-Benz EQS-sedan, waarvan de looks voornamelijk buigen voor aerodynamische efficiëntie, behoudt de Spectre het soort traditionele rechtopstaande houding dat we kennen van een Rolls. Hij is imposant en sterk, met zijn ingewerkte koplampen die hem atletische jukbeenderen geven waardoor hij zich onderscheidt van de rest van de Rolls-lijn.
De auto wordt dan ook beschreven als ‘eerst een Rolls-Royce en dan pas een elektrische auto’. De Spectre gaat verder met zijn op Britse maatwerk geïnspireerde interieur en biedt klanten een eindeloze hoeveelheid op maat gemaakte configuraties, waaronder stiksels, borduursels enzovoorts.
Dat gezegd hebbende, als het gaat om wat er is inbegrepen, is de Spectre het eerste productiemodel dat beschikbaar is met Starlight Doors, samengesteld uit precies 4.796 zacht verlichte glasvezelsterren.
Rolls-Royce noemt ook al wat prestatiespecificaties van de EV genoemd. Een gewicht van 3.000 kilo, maar toch een actieradius van 520 kilometer en een 0-100 tijd van 4,5 seconden met 500 pk en 900 Nm aan koppel.
Een prijs is er nog niet, maar Rolls-Royce zegt al wel dat de auto tussen de Cullinan en de Phantom in zal vallen. In gewone mensentaal zal dat een vanafprijs betekenen van €500.000.
Hoe goed de Spectre er ook uitziet, de carrosserie van de Spectre vertegenwoordigt een krimpend marktsegment. Een tweedeurs is lang niet meer zo populair als vroeger. De coupé zal dus verre van de laatste EV zijn die van de autofabrikant komt. Rolls-Royce heeft beloofd dat de hele lijn tegen 2030 uit elektrische voertuigen zal bestaan, net als Bentley, dus het lijkt redelijk om te verwachten dat EV-versies van Rolls-Royce sedans en SUV’s snel genoeg zullen volgen.