1. Ga niet op dieet
Het eerste advies is om diëten, van welke aard dan ook, te vermijden. Diëten zijn van korte duur. Je krijgt resultaten omdat je dingen weglaat, maar diëten zijn negen van de tien keer niet de oplossing. Je valt op korte termijn af en komt op de lange termijn weer aan. In plaats daarvan kun je beter prioriteit geven aan een langetermijnbenadering voor wat betreft eten, waarbij je een gezond eetpatroon creëert. De nadruk moet liggen op wat je eet en niet op wat je aan het beperken bent, zoals je zou doen tijdens een dieet.
2. Kies voor variatie
Vaak zien mensen de diversiteit van het voedsel op hun bord over het hoofd. Je hebt in alles variatie nodig. Dit is gemakkelijker te bereiken met minimaal bewerkte voedingsmiddelen. Dit testen is eenvoudig: door hoeveel handen is het eten aangeraakt voordat het op je bord komt? Broccoli die je zelf uit het schap haalt en dan thuis stoomt, heeft altijd de voorkeur boven de broccoli die je bij de diepvriesafdeling van de supermarkt koopt. Ook al zijn ze allebei beter dan een kant-en-klaar bevroren kip en broccoli maaltijd.
3. Sport slimmer
Voeg meer gewicht toe. Zware weerstandstraining stimuleert het metabolisme tot twee uur daarna. Dat betekent dat je calorieën verbrandt, zelfs nadat je stopt met sporten. Zie sporten daarnaast niet als een opgave. Gezondheid gaat niet over opoffering; het gaat over het maken van aanpassingen. Om consistent te zijn met fitness, moet je het ‘niet-onderhandelbaar’ maken. Het is gewoon iets dat je doet, zoals je tanden poetsen. Het wordt ineens onderdeel van je levensstijl. Dat is waar je uiteindelijk naar streeft, toch?
4. Probeer om vlees tijdelijk links te laten liggen
Atleten eten niet allemaal hetzelfde en niet iedereen kan meegaan in het geen vlees eten, maar probeer het. Breng balans en laat vlees tijdelijk links liggen. Een week of twee. Krijg je het gevoel dat je rood vlees móet hebben, kies dan een keer voor een goede biefstuk. Je zult merken dat het je darmen goed doet.
5. Train hard, rust hard
“Er bestaat niet zoiets als te veel trainen, wel te weinig herstellen. Geef dus prioriteit aan slaap en rust. Bovendien moet je herstelstrategie net zo agressief zijn als je trainingsstrategie. Consistentie overtreft al het andere. Dus in plaats van periodes van echt intensieve training gevolgd door een ‘off-periode’, blijf consequent trainen voor resultaten. Als je elke week een haalbaar doel stelt, begin je resultaten te zien en kun je het beter volhouden.