En dan ineens is het voorjaar. Niet de stralende zon geldt als de start van het nieuwe seizoen, ook niet het openen van bloemknoppen, maar de pardoes weer zichtbare schoonheid van de vrouw op straat. Het weer kan ineens besluiten toch weer winters aan te voelen, maar de Nederlandse vrouw heeft haar wintergarderobe dan al verwisseld voor voorjaarskleren, de winterdepressie voor voorjaarszin en nukkigheid voor wulpse vrolijkheid.
Dieren hebben de bronsttijd, wij hebben rokjesdag, in 2009 geïntroduceerd door Martin Bril: “Die ene dag in het voorjaar dat alle vrouwen als bij toverslag ineens een rok dragen, met daaronder blote benen.” Maar zijn het slechts blote benen die ons bronstig maken? Wat is het toch waarom vrouwen in het voorjaar zo veel begeerlijker lijken?
Omdat ze minder kleren aan hebben. Ja. Omdat de voorjaarsjas het lichaam beter aftekent. Onweerlegbare en ook best legitieme verklaringen voor oprispende hitsigheid.
De dierenwereld kent geen platte geilheid. Voortplantingsdrang is waar het om gaat, en vooral ook de timing van die drang. Door schade en schande wijs geworden, heeft de evolutie uitgevogeld in welke tijd het voor een bepaalde diersoort gunstig is de jongen op te laten groeien (voldoende voedsel en een leefbare temperatuur zijn de voornaamste parameters). Trek daar de draagtijd vanaf, en je hebt de ideale bronsttijd.
De ree, bijvoorbeeld, paart in juli en augustus. Er worden in Gelderland zelfs waarschuwingen voor uitgebracht door Staatsbosbeheer voor automobilisten. “Het is weer bronsttijd: ‘Pas op voor de ree’”, kopte de Volkskrant, dat daarna uitlegde hoe de ree uit pure voortplantingsdrift de weg over kon springen.
Dieren houden zich over het algemeen keurig aan de bronsttijd. Ze weten wat ze te doen staat. De vraag rijst dan ook: kent (of kende) de mens een bronsttijd?
“Langere, heldere en zonnigere dagen leiden tot een positievere stemming, bij mannen en vrouwen”
“Ha, interessante vraag,” zegt professor Animal Behaviour aan de Leidse Universiteit Carel ten Cate. “Ik heb geen wetenschappelijke onderbouwing van enig seizoenseffect kunnen vinden, dus die aanname moet ik aan u laten. Al kan ik mij er wel iets bij voorstellen. Er komen verschillende zaken bij elkaar in het voorjaar. Het anders (bloter) kleden zal aan een eventueel voorjaarseffect bijdragen, maar er kan ook nog een ander verschijnsel parten spelen: kortere, donkere dagen hebben een negatief effect op stemmingen – denk aan het fenomeen winterdepressie. Langere, heldere en zonnigere dagen leiden tot een positievere stemming, bij mannen en vrouwen.”
Onze biologische klok is inderdaad afgestemd op signalen van licht en donker en gebruikt die signalen om onze slaap- en energiecycli te regelen. Deze cycli worden circadiane ritmes genoemd, ze regelen ook ons humeur en energiepeil. Zo komt het dat we ons opgewekt voelen als de zon schijnt en een meer ingehouden houding aannemen in het donker. Dat heeft weer zijn weerslag op aantrekkelijkheid: blije gezichten, zo is reeds aangetoond, zijn aantrekkelijker dan neutrale.
Toch is er wel degelijk ook een soort bronsttijd bij de mens, genaamd de eiersprong. Zoals bekend geschiedt die maandelijks bij de vrouw, pakweg halverwege de menstruatiecyclus. Elke maand bronsttijd dus. Onze jongen kunnen het hele jaar door opgroeien. Voedsel genoeg en bovendien hebben we verwarmingen en andere luxemiddelen tot onze beschikking.
Die maandelijkse evolutionaire roeping leidt bij de vrouw tot het wonderlijk psychologisch tafereel dat ze zich sexier voelt én sexier gaat aankleden dan gewoonlijk. Eerder een rok dan een broek, bijvoorbeeld, en opvallend meer rode kleding.
De oplettende lezer realiseert nu: ik moet gewoon het hele jaar lang beter om mij heen kijken. In een willekeurige groep vrouwen is er tenslotte altijd wel iemand die ovuleert, daar is helemaal geen voorjaar voor nodig! Maar helaas heeft zelfs een ovulerende vrouw een dikke winterjas nodig bij lage temperaturen, dus hoe sexy ze zich daaronder ook voelt en kleedt, het straatbeeld fleurt er niet van op.
In een willekeurige groep vrouwen is er altijd wel iemand die ovuleert, daar is geen voorjaar voor nodig
Martin Brils rokjesdag is met deze inzichten evenmin verklaard. Elke vrouw ovuleert immers op een ander moment, dus het massaal rokdragend en pantyloos van huis gaan heeft hier niets mee te maken – vandaar ook het ‘als bij toverslag’ in Brils beschrijving.
Ach, wat geeft het ook. Iedereen die in dit jaargetijde om zich heen kijkt, concludeert: vrouwen zijn écht veel aantrekkelijker bij mooi weer. Ze fietsen weer, ze wandelen weer, het door de zon iets lichter geworden haar wappert weer; ze zijn ook gewoon meer op straat, misschien is dat het wel. De praktische vuistregel: weinig kou betekent weinig kleren, maar ook een vrolijker humeur, een vrolijker (en dus aantrekkelijker) gelaat. Dat is ook zeer aantrekkelijk.
En zoals Martin Bril al schreef: “Rokjesdag is een feestdag, wanneer hij ook valt.”