De taal van de vooruitgang

Bertone zit middenin een wederopstanding.Maar om vooruit te kunnen, dien je eerst terug te blikken.

Voordat er überhaupt een auto-industrie bestond, was er al de kunst van het bouwen van een carrosserie – al zo’n tweeënhalve eeuw. Het ambacht, dat zijn oorsprong vond in door paarden getrokken koetsen, kreeg vanaf het begin van de vorige eeuw meer aftrek, toen de auto in massaproductie ging.

Gruppo Bertone was een toonbeeld van Italiaans vakmanschap. Nadat merken als Fiat en Lancia de carrosseriebouwer benaderde, stapte Bertone over van koetsen naar auto’s. Nuccio Bertone had het toen al overgenomen van zijn vader (en oprichter) Giovanni. Op hun hoogtepunt in de jaren zestig was Bertone al bekend van modellen als de Lamborghini Miura en Espada, evenals een hele reeks (concept)auto’s voor Alfa Romeo.

Later introduceerde het merk zelfs een paar eigen concepten, waaronder de Bertone Blitz uit 1992, die in zes seconden van nul naar honderd ging met behulp van een paar batterijmotoren van 36 pk.
Bertone bezat een indrukwekkende lijst van klanten. Naast Lamborghini en Alfa Romeo klopten ook BMW (Garmisch), Lancia (Stratos), Ferrari (250 SWB Speciale), Aston Martin (DB4 Spider), Mercedes-Benz en Volvo bij ze aan.

Toch volgde in 2014 een faillissement. Dat kwam niet alleen door de economische crisis. Steeds vaker besloten automerken om alles in eigen beheer te doen, zelfs supercars. In 2011 had Lilli, Nuccio’s weduwe, nog een laatste reddingspoging gedaan door een aantal van Bertone’s legendarische concept cars te veilen. In 2020 besloten twee Italiaanse broers Bertone een tweede leven te geven. Mauro
en Jean-Franck Ricci waren rijke investeerders met 38 jaar aan ervaring.

Bertone heeft zijn ogen opnieuw op innovatie gericht met de eerste productieauto sinds de jaren 80. De GB110 hypercar is niet alleen ontworpen door één van de beroemdste ontwerpbureaus ter wereld – waarbij de esthetiek een mix lijkt tussen de jaren 50 en 70 – het is ook het eerste high-performance voertuig dat op brandstof rijdt van plastic afval. 

“De GB110 is een enorm krachtige auto,” zegt Jean-Franck Ricci, CEO van Bertone. “We bouwen deze auto voor klanten die de geschiedenis en erfenis van Bertone waarderen. En voor kenners die houden van sportwagens met uitzonderlijke prestaties. Het gaat niet alleen om brute kracht en prestaties. Het gaat over het vieren van de lange Italiaanse traditie van tijdloze, elegante auto’s.”

Giovanni Sapio, designchef, vertelt over de zachte ronde 50’s lijnen gecombineerd met de scherpte van de 70’s. “De GB110 heeft een sensuele, vloeiende vorm die de esthetiek van auto’s als de Alfa B.A.T.-serie voortzet, terwijl hij ook designelementen overneemt van latere wigvormige auto’s zoals de Carabo en Stratos Zero. Ook is de glazen deur, een extreem ontwerpeffect op de Marzal uit 1967, opnieuw voorgesteld in kleinere afmetingen op de deuren.

Groene V10

Ook al willen ze meer zijn dan brute paardenkrachten, die brute kracht is wél voorhanden bij de GB110. De verbrandingsmotor van de GB110 zal bogen op 1.100 pk en evenveel Nm koppel. Van 0 naar 100 km/u gaat het in 2,79 seconden. Dat gaat door tot een topsnelheid van ruim 380 km/u. En daar zit je zo, want Bertone meldt dat van 0-300 km/u maar een krappe 14 seconden duurt. De motor wordt waarschijnlijk een V10 uit de Audi/Lamborghini-stal, al zeggen ze daar nog niks over.

En die groene brandstof? Bertone werkt samen met Select Fuel, wiens gepatenteerde technologie polycarbonaatmaterialen – gerecycled plastic afval – kan omzetten in hernieuwbare brandstof. Een eigen tankwagen die achter je aan rijdt is optioneel.

Er worden in totaal slechts 33 exemplaren geproduceerd, maar de GB110 is het begin van het nieuwe Bertone, Die heeft verklaard dat de nieuwe hypercar de eerste zal zijn in een reeks voertuigen in beperkte oplage.

Countach vs. Polo

Waar Sapio en de broers Ricci inspiratie vonden, is in het werk van de in maart overleden 85-jarige Marcello Gandini. Zoon van een dirigent en één van de maestro’s achter Bertone. Hij werkte van 1965 tot 1980 voor de carrosseriebouwer. Dat moest eigenlijk 1963 zijn, maar toen stak Giorgetto Giugiaro (het andere Bertone design-icoon, zie ModMod #1) daar een stokje voor.

Toen Giugiaro in 1965 Bertone verliet, was het aan Gandini. En hij maakte een inhaalslag. Een paar hoogtepunten die vele jongenskamers sierden: De exotische Lamborghini Miura en Espada, de De Tomasa Pantera, Alfa Romeo Montreal en de Lancia Stratos. Concept cars als de Autobianchi Runabout Concept en de BMW Garmisch Concept. Maar ook de eerste generaties BMW 5 Serie, Volkswagen Polo en de Citroën BX.

Zijn bekendste is waarschijnlijk de Lamborghini Countach. Hij is overigens een fervent tegenstander van de nieuwe Countach. Al formuleerde hij het chique. Gandini: “Ik heb mijn identiteit als ontwerper opgebouwd, vooral toen ik aan supercars voor Lamborghini werkte, op basis van een uniek concept: elk nieuw model waaraan ik zou werken zou een innovatie zijn, een doorbraak, iets totaal anders dan het vorige. Moed, zonder vast te houden aan het succes van de vorige auto, het vertrouwen om niet toe te geven aan de gewoonte waren de essentie van mijn werk. Het is duidelijk dat de markten en de marketing sindsdien veel zijn veranderd, maar wat mij betreft vertegenwoordigt het herhalen van een model uit het verleden naar mijn mening de ontkenning van de grondbeginselen van mijn DNA.”

Nieuwe Taal

Grondbeginselen waar hij het liefst in stilte tot kwam. Externe prikkels probeerde Gandini altijd te vermijden tijdens zijn werk. “‘s Nachts alleen zijn heeft voor mij zijn eigen charme. Geen muziek of geroezemoes, maar stilte. Toen ik bij Bertone aankwam was ik vrijwel alleen, maar ik had ambitie. Ik heb nooit de angst gehad voor een blanco vel papier, sterker nog: ik kon helemaal opnieuw beginnen. Mechanica, carrosserie, constructiemethode. Het blanco vel papier is inspirerend. Daarom geloof ik ook dat ontwerp via commissie een doodsvonnis betekent. Echte innovatie behoort tot één geest.”

Gandini was een gereserveerde man, die het extravagante liever liet spreken in zijn ontwerpen. Hij vermeed bij zichzelf elke opzichtigheid. “Ik heb de auto altijd beschouwd als een compleet object zonder scheiding tussen mechanica en stijl. Zowel in termen van functie als esthetiek. De oorspronkelijke mechaniek van de Miura bepaalde de vorm, terwijl bij de Countach het tegenovergestelde het geval was: de vorm bepaalde de mechanica. Al was mijn favoriete project de Lancia Stratos HF. Ik was daar verantwoordelijk voor het gehele pakket, van het design tot wat er daaronder gebeurde.”

Maar of het werkte, dat wist hij zelf ook pas als de auto zijn eerste meters maakte. “In mijn leven heb ik een enorme hoeveelheid concept cars en studies gemaakt voor fabrikanten, zoals Renault en Volkswagen. Ik herinner me dat elke keer, voor elk van deze modellen, de dag dat we het in de vrachtwagen moesten laden, de auto meteen een andere indruk maakte: ten goede en soms zelfs ten kwade! Beweging, ook al is deze erg langzaam, verandert het gezichtspunt.”

En buiten die tegenvallende Countach had Gandini ook nog wat kritiek op wat er nu op de snelweg langskomt. De elektrische auto. Een gemiste kans volgens de ontwerper. Te vaak houden ontwerpers vast aan hoe de traditioneel ontworpen auto’s eruitzagen. “Wat je kunt bereiken met het gemis aan een verbrandingsmotor en traditionele aandrijving is gigantisch. Je hebt een oneindig aantal mogelijkheden om te innoveren, maar men kiest voor de veilige weg en geeft je wat je zo ongeveer al kent. Ik zie op dit moment niets van een nieuwe boodschap. Zonde! Waar is die nieuwe taal van vooruitgang?”