Habanos is de term die gebruikt wordt voor alle kwaliteitssigarendie gemaakt zijn van volledig op Cuba verbouwde tabak. Habanos is een beschermde merknaam, hij mag alleen gebruikt worden voor sigaren die van Cubaanse oorsprong zijn en meerdere kwaliteitscontroles hebben ondergaan.
Hoe steekt zo’n een Habano in elkaar?
Er zijn vijf verschillende soorten tabaksbladeren nodig om een rechtgeaarde Habano te maken. Iedere type blad wordt speciaal geteeld om goed op z’n functie voorbereid te zijn.
Handgemaakte sigaren zijn opgebouwd uit drie delen: het binnenste, het omblad en het dekblad. Het omblad houdt de sigaar bij elkaar. Dit omblad wordt capote genoemd. Het wordt om het binnengoed gewikkeld en bepaalt de vorm van de Habano. Habanos zijn zogenaamde longfillers, sigaren die gemaakt zijn van grote stukken tabaksblad die in de lengterichting worden gerold. Europese sigaren zijn meestal shortfillers.
Dan is er het dekblad, of capa. Die is uitermate soepel, elastisch bijna, en geeft de Habano z’n strakke uitstraling. Dit dekblad is wel belangrijk voor het uiterlijk van de sigaar. (Goed om te weten: is de capa donkerder van kleur, dan is de smaak van de sigaar zoeter.)
Een melange van drie bladeren vormt bij de Habano samen het binnengoed, de tripa. Die zijn uiteraard het bepalendst voor de smaak. Dit zijn de drie smaken:
- Volado – mild van smaak, maar wordt tevens gebruikt omwille van z’n brandbaarheid.
- Seco – medium van smaak en het belangrijkste blad voor het aroma.
- Ligero – een langzaam brandend blad, dat flink wat kracht aan de smaak toevoegt.