Lees het volledige interview in ModMod #5. Nu verkrijgbaar bij de betere boek- en tijdschriftenwinkel. Of neem een jaarabonnement en ontvang 'm thuis.
Je voorbereiden op een interview met John Malkovich kan je gemakkelijk weken kosten. Er zijn de meer dan 130 films en tv-projecten waar hij aan meewerkte, dan nog wat theaterstukken, foto-exposities en de samenwerkingen met klassieke musici. Maar uiteindelijk is al die kennis en voorbereiding niet meer dan munitie in je achterzak. Al vanaf de eerste vraag deins je mee op dat unieke, ietwat melancholische, stemgeluid. Zijn taalgebruik is onderscheidend, de zinsbouw wat loom, weloverwogen.
Het resultaat is dat je aan elk woord blijft hangen. Beter dan het toneel wordt het niet voor Malkovich. Film hoeft eigenlijk niet voor hem. Het grote publiek kent hemnatuurlijk wel van dat medium, van films als In the Line of Fire, The Killing Fields, Dangerous Liaisons, Con Air, Burn After Reading én natuurlijk Being John Malkovich.
Het zijn vrijwel allemaal wrede, of in ieder geval kille karakters, maar vraag hem waarom dat toch zo goed past en je krijgt een groot vraagteken. Gezeten in een suite in Los Angeles zegt hij: “Vaak is er die aanname van kilheid en afstandelijkheid, of dat ik elke seconde kan uitbarsten in woede. Ik denk niet dat iemand die mij kent mij kil zou vinden, al kan ik dat natuurlijk fout hebben. Intellectueel is ook niet iets wat ik met mezelf zou associëren. Als ik iets moet kiezen, zou ik eerder iets als een kluns noemen.”
Ook al spreken we hem slechts enkele maanden na zijn zeventigste verjaardag, rustiger aan doen staat niet op zijn to-do list. Binnenkort staat hij in de Amsterdamse Schouwburg met een toneelstuk, maakt hij een nieuwe theatershow over klassieke muziek en levert hij voor Apple TV+ de serie The New Look af. Het complete seizoen daarvan vind je nu op Apple’s streamingdienst.
‘IK ZIE MIJZELF
ALS IEMAND DIE
OKÉ IS MET HET
FEIT DAT HIJ DOET
WAT HIJ WIL
DOEN. ONGEACHT
WAT ANDEREN
DENKEN’
The New Look is een must see die je meeneemt achter de schermen tijdens een belangrijk keerpunt in de Franse mode. Het dramatiseert de Franse mode-industrie tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, met name de opkomst van Christian Dior, in 1947 de redder van de Franse couture met zijn New Look-collectie.
We zien hoe Dior (rol van Ben Mendelsohn) voor het eerst indruk maakt bij couturier Lucien Lelong (John Malkovich). De tiendelige serie geeft een fascinerend tijdsbeeld. Naast Mendelsohn en Malkovich zien we Juliette Binoche als Coco Chanel. De indrukwekkende cast wordt afgerond met Maisie Williams, Emily Mortimer, Claes Bang en Glenn Close.
De rol van Malkovich is warm en vriendelijk, ver verwijderd van de manische rollen waarmee hij groot werd. “Dat probeerde ik ook over te brengen. Het zat ‘m vooral in het script en daarbij voel ik enorm veel genegenheid voor Ben [Mendelsohn]. Je kunt onmogelijk géén sympathie voor hem voelen. Daarbij hield mijn karakter Lucien Lelong van talent en Dior bezat daar bovenmatig veel van. Dat klinkt opportunistisch, maar hij hield niet van hem omdat hij zijn topdesigner was, hij hield van het talent.”
Begreep hij Dior? “Zeer zeker, hij begreep zijn talent en wist hoe hij dat moest koesteren, maar hij zag ook Dior’s psychologische kwetsbaarheid. Doordat hij een leven moest leiden dat niet echt zijn leven was. Iets dat heel veel homoseksuelen wereldwijd eeuwenlang moesten volhouden. Bovenal was het voor Lucien een vriendschap die voor hem veel belangrijker was dan de business.”
Was u bekend met Lelong? “Totaal niet. Het is een naam die verloren is gegaan in de mist van geschiedenis, maar hij was een extreem belangrijke man. Hij zorgde ervoor dat de Franse mode-industrie in Parijs bleef en niet naar Berlijn verdween, zoals de nazi’s wilden. En na de oorlog bleef hij zich sterk maken voor couturiers.”
Heeft hij daarbij compromissen moeten sluiten in de oorlog? “Binnen die moreel complexe vraagstukken? Zeker, maar dat gebeurde door heel Europa, ook in Amsterdam. Mensen zijn genetisch voorbestemd om te overleven. Je maakt simpelweg aanpassingen waarmee je zo goed mogelijk kunt leven. Lucien is in deze serie hét voorbeeld van dat dilemma. Kijk, óf je ontwierp avondjurken voor nazi-vrouwen en minnaressen, óf je had geen bedrijf en misschien geen leven meer. Miljoenen verrichtten dwangarbeid, miljoenen gingen naar Treblinka, Bergen-Belsen, Dachau, Auschwitz, enzovoort. Dus maakte Lelong de aanpassingen die hij moest maken. Ik denk niet dat hij er blij mee was. Mensen maken in zulke tijden keuzes, en vaak zijn het de keuzes die volgens hen de beste manier zijn om deze periode te overleven. Voor zichzelf, hun families, hun dierbaren en hun bedrijven.”
Het creatieve proces zal geen enorm mysterie meer zijn na bijna vijftig jaar acteren? [Lachend] “Nou, dat zal je verbazen. Dat is het voor mij eigenlijk nog steeds. Ik heb veel toneelstukken geregisseerd en in nog veel meer stukken en films gespeeld. Je begint aan iets en je realiseert je dat iets niet goed is en niet goed zal worden, maar ondanks al mijn ervaring kan ik je oprecht niet vertellen waarom. Creatie is een mysterie. Zonder goed script ontstaat er geen goede serie. Dus probeer ik daar zoveel mogelijk aan te doen zodat er in ieder geval een volledig karakter staat. Maar ik heb nog nooit een theatervoorstelling of een filmrol gespeeld waarvan ik niet dacht, dat kon beter.”
‘IK HEB NOG
NOOIT EEN
rol gESPEELD
WAARVAN IK
NIET DACHT, DAT
KON BETER’
Het theater, film, tv, klassieke muziek, mode en zelfs wijn; het zijn diverse werkgebieden en interesses, maar allemaal vormen van zelfexpressie. Of is dat te ver gezocht? “Nee, ik denk exact dat dat het is. Voor mij is zelfexpressie altijd een doel geweest in mijn leven en gek genoeg kan ik er goed van leven. Dat vind ik tot op de dag van vandaag een krankzinnige gedachte, maar goed, ik ben er dankbaar voor. Zeker in een tijd waar mensen om mij heen met bosjes beginnen neer te vallen. Maar zoals Beckett zei: ‘Je bent op aarde, daar is geen remedie voor.'”
U heeft zelf ook in de mode gewerkt, met een eigen merk. Waar kwam die fascinatie vandaan? “Ik denk dat ik daar vanaf mijn kindertijd altijd al in geïnteresseerd was, geen idee waarom. Misschien keek ik naar foto’s van mensen die ik glamoureus of exotisch vond. Ik hou van mode, omdat je een potlood en een stuk papier neemt en iets verzint. Elk kledingstuk dat je ooit hebt gezien heeft daar invloed op. Elk detail doet ertoe, de details zijn ongelooflijk, pervers ingewikkeld. Veel mensen vinden het dwaas of triviaal, prima. Dat stoort mij helemaal niet. Maar het is niet lichtzinnig het is net zo moeilijk als elk ander werk dat ik in mijn leven heb gedaan.”
Bent u daar inmiddels mee gestopt? “Ja nagenoeg wel, ik heb zo’n vijfentwintig collecties gemaakt. Ik heb relatief weinig verkocht en als ik geen manier kan vinden om de kwaliteit te behouden, dan is het tijd om te stoppen. Dit is iets waar ik te veel van hield en waar ik te veel respect voor heb om het gemakkelijk aan te pakken. Het was fantastisch werk en ik vind het nog steeds leuk om te zien wat andere mensen doen. Als je ooit een gênant groot bedrag in rook wilt zien opgaan, maar waardoor je jezelf wel als kunstenaar ziet; ga dan in de mode.”
Lees het volledige interview in ModMod #5. Nu verkrijgbaar bij de betere boek- en tijdschriftenwinkel. Of neem een jaarabonnement en ontvang ‘m thuis.