Historisch gezien hebben roodharigen de wind niet mee. Vroeger werden mensen met rood haar als afwijkend beschouwd – de Nazi’s verboden roodharigen zelfs om te trouwen (om te voorkomen dat er via voortplanting nog meer gingers zouden arriveren).
Mannen met rood haar blijken – wetenschappelijk onderzocht – ook nog eens over een lagere pijndrempel te beschikken. Oh, en ze worden met uitroeiing bedreigd. Wat best cru is voor een groep die zich al een minderheid mag noemen, want slechts twee procent van de wereldbevolking bezit rood haar.
Dertien procent van alle roodharigen bevindt zich in Schotland. Tien procent woont in Ierland.
Nu wijst onderzoek uit dat roodharigen niet alleen minder haarzakjes hebben, maar dat die paar haren ook nog eens sneller uitvallen.
Een blondje of een brunette beschikt over, pak ‘m beet, 140.000 haarzakjes. En een roodharige? Die heeft er slechts 90.000.
Er is wel een upside: rood haar voelt en lijkt dikker. Dat compenseert enigszins de schaarste aan haarzakjes.
Het laat wel onverlet dat roodharigen eerder hun haar verliezen. Vooral bij koude temperaturen is het prijs: rode haren vallen in de winter sneller uit dan de haren van andersgekleurden.
Is er dan geen enkel goed nieuws? Tuurlijk wel. Een voordeel van rood haar is dat je minder snel grijs wordt. Het pigment in rood haar verkleurt niet zozeer, maar vervaagt naarmate je ouder wordt. Rood haar wordt blond, soms zelfs wit. Maar het wordt vrijwel nooit grijs.