Hoewel krachtsport een effectieve trainingsmethode is met talloze gezondheidsvoordelen, kan het tillen van zware gewichten ook voor blessures zorgen. Hoe gevaarlijk is krachtsport nou echt?
Voor een niet krachtsporter kan het er al snel heel gevaarlijk uitzien, al die lompe gewichten van de grond tillen of boven je hoofd uitduwen. Toch is de blessure gevoeligheid bij krachtsport aanzienlijk lager dan bij bijna alle andere sporten.
Contactsporten zoals voetbal, rugby, vechtsporten en basketbal hebben een hoger risico op acute blessures zoals verstuikingen, breuken, kneuzingen en concussies als gevolg van fysiek contact met andere spelers. Duursporten zoals hardlopen, wielrennen en zwemmen kunnen blessures veroorzaken door ongelukken en overbelasting, met shin splints, tendinitis en stressfracturen tot gevolg.
In het overzicht hieronder zie je de hoeveelheid blessures per sport, per duizend uur. De resultaten komen uit dit onderzoek.
Krachttraining: 2 – 4 blessures/1000 uur
Hardlopen: 2 – 33 blessures/1000 uur
Basketbal: 8 – 11 blessures/1000 uur
Voetbal: 15 blessures/1000 uur
Rugby: 81 blessures/1000 uur
Welke blessures liggen bij krachtsport op de loer?
Veelvoorkomende blessures zijn verrekkingen of scheuren in spieren, pezen of ligamenten, gewrichtspijn en rugletsel. Deze blessures zijn meestal het gevolg van onjuiste techniek, te zware belasting, overtraining of het negeren van rustdagen.
In alle gevallen geldt dat een ongetemd ego de onderliggende onderzaak is van de blessures. Ken je nog niet de juiste techniek? Durf dan hulp te vragen. Til je meer dan je aankan? Dan is het vragen om blessures. Push je je lichaam door alle grenzen heen (no pain, no gain)? Reken maar op pijntjes. Doe je er alles aan om een sixpack te bemachtigen, inclusief het negeren van rustdagen? Het is vragen om problemen.
Het aanleren van de juiste techniek, het geleidelijk opbouwen van intensiteit en het luisteren naar je lichaam zijn dus essentieel om het risico op blessures te minimaliseren. Doe je dit niet, dan ben je contraproductief bezig. Met een blessure kun je immers minder hard trainen dan je zou willen. De oplossing is simpel: train progressief, maar laat je ego achter bij de ingang van de sportschool.