Free weight vs. bodyweight: wat is beter?

De ‘waarheid’ is simpel: welke trainingstechniek je kiest hangt volledig af van je doelen en voorkeuren.

Het is een discussie die regelmatig gevoerd wordt in de sportschool, maar ondanks de voordelen van beide aanvliegroutes is de ‘waarheid’ simpel: welke trainingstechniek je kiest hangt volledig af van je persoonlijke doelen en voorkeuren.

Beide trainingstechnieken kennen namelijk voor- en nadelen. Zo maken free weight-oefeningen gebruik van externe weerstand om met halters, dumbbells of barbells de spieren te trainen. Het voordeel van free weight-oefeningen is dat je de weerstand kunt aanpassen, waardoor je progressief kunt trainen. Progressief trainen is essentieel om sterker en gespierder te worden. Waarom dat zo is, lees je hier.

Bodyweight-oefeningen zijn gebaseerd op het gebruik van je eigen lichaamsgewicht als weerstand. Denk aan push-ups, pull-ups, squats en lunges. Dit type oefeningen worden door kenners beschouwd als ‘classics’, vanwege de hoge intensiteit. Lees: veel functionele krachtopbouw en veel stabiliteitsverbetering. Bijkomend voordeel is dat je voor bodyweight-oefeningen geen apparatuur of ruimte nodig hebt. Je kunt ze altijd en overal uitvoeren.

Het beste van twee werelden

Door zowel free weight- als bodyweight-oefeningen op te nemen in je trainingsroutine, kun je de voordelen van beide trainingstechnieken benutten. Train je alleen maar met machines? Probeer ook eens wat pull-ups te maken. De impact zal groot zijn! Stijf in de heupen? Stap een keer uit de leg press en ga squats maken. Voor je het weet kun je probleemloos met je heup tot de grond zakken.

Welke route je ook kiest, het is altijd belangrijk om te onthouden dat de effectiviteit van de oefeningen ook afhangt van factoren als de juiste techniek, progressieve overbelasting, consistentie in training en een passend trainingsprogramma dat is afgestemd op je specifieke doelen. Benieuwd hoe je zelf het perfecte trainingsschema maakt? Je leest het hier!