Eind 19e eeuw kwam het poloshirt naar Engeland vanuit India, waar het werd gedragen tijdens de Indiase variant op polo, daar kwam de naam vandaan. (Geinig weetje: het Indiase polo werd niet gespeeld op paarden, maar op olifanten.)
Het poloshirt werd almaar populairder in Europa, al kwam dat wel door een afgezant van een andere sport, namelijk door de Franse tennisser René Lacoste. Die bedacht het shirt met de korte mouwen, het kraagje en de knoopjes, gemaakt van een stof die geschikt is om in te sporten.
Het poloshirt is een moderne klassieker waar je veel kanten mee op kunt. Je kunt het dragen bij tja, eigenlijk bij elke gelegenheid. Het hangt er vanaf hoe je het combineert. Hoe draag je het poloshirt?
Met hoge taille-broek
De broek met hoge taille, de zogenaamde high waist pants, vormt als het ware een sokkel onder je poloshirt. De retro uitstraling van de broek geeft het geheel iets gedistingeerds. Het bovenste knoopje kan dicht, maar je kunt het ook open dragen, bijvoorbeeld met een sjaaltje.
Credits: poloshirt van Lacoste, high waist broek van Tommy Page, schoenen van Calvin Klein, riem van Jil Sander, bril van Oliver Peoples
Met een spencer
Wat we hier zien is de preppy look. Dat komt natuurlijk door de spencer – een spencer maakt van iedere man een student. Dat is op zich ironisch, want in Frankrijk wordt de spencer débardeur genoemd, en débarder is Frans voor schepen lossen. In Frankrijk werd de spencer namelijk gedragen door havenarbeiders.
Als je zo’n spencer iets ruimer draagt, zoals hierboven, krijg je een nog jongere uitstraling, al compenseert de bandplooibroek met scherpe vouw hier enigszins die jeugdigheid.
Credits: poloshirt van Lacoste, spencer van Samsøe Samsøe, broek van Tommy Page, schoenen van Sebago
fotografie Hans van Brakel >> productie & styling Pieter van Loon >> haar & visagie Danine Zwets >> model Tom & Enno @Republic Men >> assistent fotografie Jelle van Brakel >> met dank aan Hotel de Goudfazant <<
Hoe het poloshirt ontstond
René Lacoste was een Franse tennisser die zijn sport bedreef in lange, wijde broeken en overhemden met lange mouwen, net zoals alle andere tennissers van zijn generatie. In de Engelse kou stond Lacoste te rillen; in de brandende Franse zon brak het zweet hem uit. Daar moest iets op gevonden worden. Dus bedacht Lacoste, die van huis uit ingenieur was, een shirt van speciaal geweven stof dat zweet absorbeerde en dankzij een speciale breisteek (petit piqué genaamd) koele lucht doorliet.
De reacties op Lacostes nieuwe poloshirt (hij droeg het voor het eerst in 1926) waren niet mals. Korte mouwen! Een strakke pasvorm! Het conservatieve tennis schudde op haar grondvesten. Binnen de Franse tennisbond gingen stemmen op om Lacoste uit te sluiten van deelname aan toernooien. Dat gebeurde niet. Sterker nog, René Lacoste vond de geschiedenis uiteindelijk aan zijn zijde.