Mannenhaar door de eeuwen heen

Een opgeschoren kapsel of juist een manbun: ook in het verleden liepen de meningen uiteen.   

In de loop der eeuwen is het mannenhaar van kort naar lang gegaan. En weer terug. O ja, er was ook nog een pruikentijd. Een overzicht:

Lange manen & vlechten

De oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika hadden lang haar, zowel de mannen als de vrouwen. De Europeanen die in de 17e eeuw het land binnenkwamen waren niet erg gecharmeerd van het lange haar bij mannen. Vooral de Engelse protestanten vonden lang haar een duivels gebeuren, niets minder dan barbaars.  Ze voerden zelfs campagne tegen de ‘onfatsoenlijke’ haardracht.

Daar hadden ze in Noord-Europa geen boodschap aan: de Vikingen waren dol op vlechten. Eén op de drie mannen droeg het haar in een vlecht, de anderen hadden kort haar. Naar de haardracht van de Noormannen is uitgebreid onderzoek gedaan. Je vind meer informatie hier.

Korte koppies

Team #korthaar waren de Romeinen. Kort haar werd gezien als een teken van discipline en beschaving. Ook was kort haar en geen baard wel zo handig op het slagveld: als je geen baard hebt kan die ook niet vastgegrepen worden door de tegenstander die vervolgens de kans krijgt je te onthoofden.

Bij de Grieken lag het anders. Tot aan de 5e eeuw voor Christus droegen zowel mannen als vrije vrouwen gewoonlijk lang haar, dat hetzij los neerhing hetzij op verschillende wijzen opgebonden was.

Vanaf circa 500 voor Christus was het haar van de meeste mannen kortgeknipt. Uitgezonderd sommige filosofen die stoicijns voor lang bleven kiezen. Het haar van de vrouwen werd tot steeds ingewikkelder kapsels opgestoken en opgebonden.

Tot aan de tijd van Alexander de Grote droegen de meeste mannen een baard, slechts weinige schoren zich; sinds Alexander was de gewoonte om zich te scheren algemeen, het dragen van een baard uitzondering.

Pruikentijd

In de zeventiende eeuw was aan het Engelse en Franse hof lang haar juist de mode. Adel en rijke mensen droegen pruiken met haar tot op of over de schouders.  Maar er was ook een andere reden: vaak werden mannen die aan syfilis leden kaal. In de 17e eeuw was deze geslachtsziekte de meest voorkomende infectieziekte van Europa. Kaalheid stond symbool voor seksuele escapades en ontrouw. Daarom was er veel schaamte over vroege kaalheid, zelfs als dit andere oorzaken had. Antibiotica was er nog niet en dus was syfilis moeilijk te behandelen. Ook de oorzaak van de vroege kaalheid van Lodewijk XIV was mogelijk syfilis.

Vaak werden pruiken bestrooid met geurend poeder. Dit was om te voorkomen dat de pruiken naar verloop van tijd gingen stinken. Sommige personen met een weelderige haargroei poederden hun eigen haren in plaats van een pruik te dragen.

Maar op actie volgt reactie: in de achttiende eeuw werden de Oude Grieken herontdekt en dat voerde tot het neoclassicisme. Kort haar kwam toen voor mannen weer in zwang. Hoe je alles uit je eigen bos haalt lees je hier.