De militaire erfenis in jouw garderobe (8)

In een achtdelige serie tonen we de lange arm van het leger. Deel 8 (slot): de parka.

parka
Stijlpastoor
peter bosz
Stijladvies voor een voetballer: Peter Bosz
Door Arno Kantelberg
Stijlpastoor
Het is nieuw, glimmend en glibberig
Door Arno Kantelberg

Nadat het eerste oorlogsjaar in Korea nogal desastreus was verlopen voor de Amerikanen, onder meer vanwege de slechte winterkleding, kregen de Amerikaanse soldaten in 1951 een grote olijfgroene jas met capuchon om zich warm te houden tijdens de ijskoude Koreaanse winters.

Die jas kreeg de modelnaam M-51. Deze M-51 bleek een goedkope en efficiënte oplossing. Tijdens de zomer kon de jas gedragen worden zonder voering, waarbij de buitenste laag nog altijd voldoende bescherming bood tegen de moessonregens. En in die ruime zakken kon lekker veel munitie worden meegezeuld.

Hier komt de balaclava vandaan.

Na de Korea-oorlog belandde veel Amerikaanse legerkleding in dumpwinkels in Engeland. Daar werd de M-51 (die inmiddels parka werd genoemd) opgepikt door de mods. Dat waren scherp geklede jongeren die hun strak gesneden pakken wilden beschermen tegen het Engelse klimaat als ze op hun glimmende Vespa of Lambretta de grote meneer uithingen.

De parka is een ruigere jas die zich moeilijk laat combineren met een knap pak, ook al was dat dus wel de manier waarop de mods in het Engeland van de jaren zestig en zeventig hem droegen. Het kan dus wel, maar dan is het bijna een statement.

Dat komt ook een beetje door de kleur, die is legergroen en groen laat zich niet overal mee combineren (het gezegde luidt niet voor niets ‘rood met groen is boerenfatsoen’). Probeer het eens met een marineblauw pak, dat kleurt op zich wel spannend.

Stijlpastoor
peter bosz
Stijladvies voor een voetballer: Peter Bosz
Door Arno Kantelberg
Stijlpastoor
Het is nieuw, glimmend en glibberig
Door Arno Kantelberg