In de herfst hebben we meer trek. En eten we ook meer. Dat is niet omdat ons lichaam in deze maanden meer voedsel nodig zou hebben, maar heeft te maken ons brein. Drie triggers…
Herfstdip
Na lange zomerse avonden worden de dagen opeens korter, zit je weer fulltime tussen je collega’s én sta je vaker vast op de A10. Allemaal zaken waardoor je vakantie alweer heel lang geleden lijkt en je stressniveau alweer aardig onder druk komt te staan.
Je lijf verlangt naar zout, omdat dit stresshormonen zoals cortisol en noradrenaline kan onderdrukken: het biedt troost en geeft snelle energie. Maar teveel zout in je voeding leidt tot nog meer zin in zout eten en hartige snacks. Hallo zak chips en schaal bruin fruit. Overigens heeft ook suiker een positief effect op de gelukshormonen. Kom maar door met die kruidnoten en gevulde speculaas.
Buitentemperatuur
Hoe kouder het buiten is, hoe harder je lijf moet werken om op temperatuur te blijven. Dit kost veel energie en dat kan weer een reden zijn dat je meer honger hebt. Je hersenen denken namelijk dat je energiereserves meteen moeten worden aangevuld. Kom maar door met die kaasfondue.
Donker
Het gemis aan daglicht als je wakker wordt, maakt eveneens hongerig. Je lijf ziet, bij gebrek aan zon, (veel) eten als een manier om op gang te komen. Kom maar door gebakken eieren met bacon.
Ook ’s avonds loert caloriegevaar. We belanden eerder op de bank, omdat het buiten donker, koud en guur is. En die sportschool, ách, dat zien we morgen dan wel weer… Eenmaal genesteld op de bank kan het Netflix-bingen beginnen. En het grote snacken. Kom maar door met die familiezak ribbelchips. Dit is er overigens nieuw op Netflix, just sayin’…