De theorie is dat het lichaam er daarom voor kiest om voeding op te slaan als vet en niet te verbranden. De voeding die je eet wordt gemeten op basis van de hoeveelheid energie in de voeding (lees: calorieën). Het lichaam verbrandt calorieën in vier stadia: rust (alleen de interne processen worden in gang gehouden), standaard bewegingen (schoonmaken, tappen met je voeten op de muziek, boodschappen doen), sport en TEF (de energie die nodig is om voeding te verbranden).
Uit meerdere onderzoeken blijkt dat de hoeveelheid calorieën die je tijdens je slaap verbrandt, hetzelfde is als tijdens rustmomenten overdag. Het moment waarop je eet, maakt dus geen verschil in de manier waarop het lichaam de calorieën verbrandt. Ook de hoeveelheid calorieën die je tijdens je slaap verbrandt is niet anders dan tijdens lichamelijke rustmomenten (zoals stilzitten achter je laptop).
Wat wel het verschil maakt, is de hoeveelheid calorieën die je in een x-periode binnenkrijgt versus de hoeveelheid calorieën die je in dezelfde periode verbrandt. Wanneer je wil afvallen is het zaak om te zorgen dat je minder calorieën binnenkrijgt dan je verbrandt. Dit bereik je primair door je dieet aan te passen aan je dagelijkse caloriebudget, maar meer beweging kan uiteraard helpen om extra calorieën te verbranden.
Het fenomeen dat in de vorige alinea wordt beschreven heet een negatieve energiebalans. Laat je niet gek maken door wat slinkse reclamemakers je doen geloven, wat een negatieve energiebalans is de enige manier om duurzaam af te vallen. Hoe het precies werkt, lees je hier.