Suiker is een verzamelnaam voor een serie moleculen met de naam koolhydraten. Je vindt deze moleculen terug in een grote variatie aan voedingsmiddelen. Of beter gezegd: in vrijwel alle bewerkte voedingsmiddelen, maar ook in onbewerkte voeding zoals fruit.
Suiker is dus overal, maar wat doet het in je brein wanneer je het binnenkrijgt? Wanneer je suiker eet wordt dit opgemerkt door de smaakpapillen aan de voorkant van je tong, die vervolgens een signaal versturen naar verschillende delen van het brein.
Dopamine!!
Eén van die delen is de hersenschors, dat in staat is om verschillende smaken te onderscheiden, zoals bitter, zout en natuurlijk ook zoet. Nadat de smaak is vastgesteld wordt het waarderingssysteem in de hersen geactiveerd, wat uit een serie van chemische verbindingen bestaat dat je waarschijnlijk kent onder de naam dopamine.
Het resultaat van dit systeem is een tevreden gevoel dat je doet hunkeren naar meer. Het doel van dopamine is onder andere om je in beweging te krijgen, maar ook om te zorgen dat je verschillende voedingsmiddelen binnenkrijgt. Daarom kun je bijvoorbeeld ook een dopamine-piek ervaren wanneer je voor de eerste keer een nieuwe maaltijd eet die heel lekker smaakt.
In tegenstelling tot de meeste voedingsmiddelen, daalt het dopamine-level nauwelijks wanneer je opnieuw suiker eet. Elke keer weer schiet je dopamine-level omhoog wanneer je suiker binnenkrijgt, wat dus ook verklaart waarom het zo lastig is om een dessert te laten staan. Zelfs als je eigenlijk al bomvol zit.