Allereerst is het goed om te snappen hoe afvallen werkt. Hoewel er duizenden aanvliegroutes zijn, geldt onderaan de streep maar één natuurkundige wet: verbrandt meer calorieën dan je binnenkrijgt. Dit heet een negatieve energiebalans. Hoe je een negatieve energiebalans op een gezonde, duurzame manier creëert, dat lees je hier.
Cravings
Wanneer het vet van je lijf begint af te smelten, zul je ook merken dat je vaker last krijgt van cravings. De hunker naar meer eten wordt groter. Dit heeft enerzijds te maken met het simpele gegeven dat het lichaam energie nodig heeft om te functioneren en dat liever binnenkrijgt via voeding dan uit eigen energievoorraden (lees: vet).
Anderzijds wil het lichaam voldoende vet opslaan, indien het in karige tijden moet overleven. In een volledig verzadigde wereld waarin de supermarkten uitpuilen van producten vol vetten en suikers, en we niet meer hoeven te verzamelen en jagen om aan ons eten te komen en veelal wel veel zitten, wordt de vetopslag al snel royaler dan nodig is. Daarom is het aan ons om ons bewustzijn in te zetten tegen de grillen van ons lichaam en het grotendeels te voorzien van de voedingsstoffen die we daadwerkelijk nodig hebben.
Hormonen tijdens het afvallen
Los van het bovenstaande is er nog een derde reden waarom we alleen nog maar aan een sappige burger of aan het leegscheppen van een pot pindakaas (met nootjes) kunnen denken wanneer we in een negatieve energiebalans verkeren. Na het nuttige van een maaltijd geven vetcellen in ons lichaam een hormoon vrij dat aan het brein laat weten dat je vol zit en kan stoppen met eten.
Dit hormoon heet leptine. Wanneer de vetvoorraden afnemen, daalt ook de afgifte van leptine. Een aanzienlijke afname van dit hormoon werd bij mensen met obesitas gemeten bij een vetverlies van tien procent. Het lichaam wil vanaf dat moment meer vet opslaan, zodat het leptine-niveau wordt hersteld naar wat het gewend is.
Wanneer je wil afvallen, werkt het lichaam je dus aardig tegen. Er bestaan tientallen handvatten om je te ondersteunen in dit proces, waarvan het creëren van helpende routines een sleutelrol speelt.